14.2 Cellen in het zenuwstelsel

14.2 Cellen in het zenuwstelsel
1 / 25
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 5

This lesson contains 25 slides, with interactive quiz and text slides.

time-iconLesson duration is: 80 min

Items in this lesson

14.2 Cellen in het zenuwstelsel

Slide 1 - Slide

Doel 14.2
Je leert uit welke cellen het zenuwstelsel is opgebouwd.
Je leert de bouw van neuronen.

Slide 2 - Slide

Opdracht Reflex: even herhalen
Beschrijf stap voor stap wat er gebeurt als je in een legoblokje stapt. Vermeld ook het type cellen dat betrokken is.

Slide 3 - Slide

Cellen in het zenuwstelsel
Neuronen (10%) – 100.000.000.000
Een neuron, of zenuwcel, is een speciaal soort cel die gespecialiseerd is in het ontvangen, verwerken en doorgeven van informatie
Gliacellen (90%)
Een gliacel is een cel die de neuronen ondersteunt in het uitvoeren van hun taak (voeden, beschermen, verwijderen)

Slide 4 - Slide

Neuronen
Cellichaam: kern en 
celorganellen

Slide 5 - Slide

Neuronen
Dendriet: uitloper die signalen opvangt van andere neuronen of zintuigcellen en richting het cellichaam stuurt

Slide 6 - Slide

Neuronen
Axon: uitloper die signalen van het cellichaam doorstuurt naar andere neuronen of een spier/ klier

Slide 7 - Slide

Neuronen
Myelineschede: isolerende laag rondom uitlopers (dendrieten of axonen)


Slide 8 - Slide

Neuronen
Synaps: plaats waar neuronen signalen aan elkaar doorgeven



Slide 9 - Slide

Neuronen
Neurotransmitter: chemische stof die berichten tussen zenuwcellen doorgeeft


Slide 10 - Slide

Lees "Functies van neuronen" 

Slide 11 - Slide

Sensorisch neuron
Waar in het zenuwstel vindt je sensorisch neuronen?

Slide 12 - Slide

Schakelneuron
Waar in het zenuwstel vindt je schakelneuronen?

Slide 13 - Slide

Motorisch neuron
Waar in het zenuwstel vindt je motorische neuronen?

Slide 14 - Slide

Lees "Het zenuwstelsel: meer dan neuronen" 

- Maak een begrippentabel met de volgende begrippen (leerstof): gliacel
cel van Schwann
myeline-schede
insnoering van Ranvier
- Let op: de overige cellen zijn geen leerstof

Slide 15 - Slide

Gliacellen
Ondersteunende cellen in het zenuwstelsel zijn o.a:

  • Cellen van Schwann: deze kennen!

Slide 16 - Slide

Astrocyten
Stervormig met lange uitlopers.
Regelen de uitwisseling van 
stoffen tussen bloed en 
hersenen.
Geven steun aan neuronen.
Hebben een rol bij herstel na
beschadiging.

Slide 17 - Slide

Oligodendrocyten
Klein, komen verspreid in het CZS voor.
Vormen de myelineschede rond
uitlopers in de hersenen en het
ruggenmerg.


Slide 18 - Slide

Microgliacellen
Spelen een rol bij de afweer tegen ziekteverwekkers.



Slide 19 - Slide

Ependymcellen
Dekweefselcellen die hersenkamers (gevuld met hersenvloeistof) en het centrale
kanaal van het ruggenmerg
bedekken.
Produceren hersenvocht en zijn
bedekt met trilharen.



Slide 20 - Slide

Cellen van Schwann
Vormen de myelineschede om de lange uitlopers van neuronen buiten het CZS, dus in het perifere zenuwstelsel.
Rol bij herstellen van neuronen.



Slide 21 - Slide

Insnoeringen van Ranvier
In de myelineschede van uitlopers
zitten insnoeringen waar de
zenuwcel niet geïsoleerd is:
insnoeringen van Ranvier.




Slide 22 - Slide

Slide 23 - Link

Begrippen 14.2: ken je ze?
gliacellen, cellen van Schwann, myelineschede, dendriet, axon, synaps, neurotransmitter, insnoeringen van Ranvier

Zet de begrippen die je niet weet in een begrippenlijst

Slide 24 - Slide

Welke vragen voor de volgende les?

Slide 25 - Open question