11

11
11
1 / 37
next
Slide 1: Slide
NederlandsMBOStudiejaar 1

This lesson contains 37 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

11
11

Slide 1 - Slide

Meedoen?
lessonup.app
of
download de app: LessonUp-app
Vul de code in:

Slide 2 - Slide

Nieuws 1
-Examen in januari? Maak je planning; ik zie dat nog iedereen ver gevorderd is in Taalblokken.

-Proefexamens schrijven staan klaar (via toets.nl). Let op de deadline







Slide 3 - Slide

Nieuws 2

-Heb je al examens gedaan? Er staat een LessonUp in Teams hoe je zelf aan de slag kunt met het examen gesprekken voeren (de lessen starten in januari). Examen doen is inmiddels mogelijk in groepje van vier.

Slide 4 - Slide

Nieuws 3

Voor het CE-examen is het essentieel dat je:
1: alles doorneemt van 'examentraining' in Taalblokken 
2: zelf oefent via de website Facet (3f)
3: de theorie kent: via Taalblokken en/of de samenvattingen die in Teams staan bij bestanden.
Let op! Dit cijfer bepaalt (CE) voor 50% je eindcijfer Nederlands

Slide 5 - Slide

Nieuws 4
Examentraining schrijven: zie de roze LessonUp examentraining schrijven (in het kanaal Nederlands) en zie de link in de volgende slide.

-Wat kun je doen ter voorbereiding van de examens? Zie het huiswerk van vandaag.


Slide 6 - Slide

Slide 7 - Link

Slide 8 - Slide

Programma vandaag
-Schrijven: denk mee....
-CE test jezelf
-CE-examen oefenen 

Slide 9 - Slide

2 redenen waarom jij de de nieuwe voorzitter van de sportclub moet worden!

Slide 10 - Open question

deel 2: CE-examen
ken je de begrippen op de volgende slide?

Zo niet? huiswerk: achterhaal de betekenis

Slide 11 - Slide

test jezelf: ken je de betekenis?
analogie, beschouwing, betoog, bewering, consistent, hypothese, generalisatie, drogreden, hoofdgedachte, illustratie, globaal, weerlegging, relativering, subargument, paradox, relatief, strekking, nuancering, verwijt, uiteenzetting, uitwerking, opvatting, vraagstelling, tegenwerping, oneigenlijk, factor, element, citeren, betoog, analyse, bedenking, bezwaar, impliciet, globaal, formulering, exclusief, illustratie.

Slide 12 - Slide

Noteer welke woorden je niet kent...en zoek dit uit!

Slide 13 - Open question

Examentraining leesvaardigheid

Oefenexamen 2014-2015
Tekst "De sloot kan best nóg schoner"

Slide 14 - Slide

1. Hoe kun je deze tekst het best omschrijven?
A
De tekst heeft vooral een amuserend karakter.
B
De tekst heeft vooral een betogend karakter.
C
De tekst vooral een informatief karakter.

Slide 15 - Quiz

Tips:
- Kijk naar de tekstvorm > Artikel
- Schrijversdoel > Wat wil de schrijver bereiken met deze tekst?
--> informatie geven  (hoofddoel)

Slide 16 - Slide

2. Welke van de onderstaande zinnen geeft het best de hoofdgedachte van de tekst weer?
A
Nederland is toonaangevend als het om de regulering van pesticiden gaat.
B
Pesticiden worden in Nederland met name toegepast bij intensieve teelten.
C
Watervervuiling door pesticiden zit in delen van Nederland nog boven de grens.

Slide 17 - Quiz

 - Wat is de belangrijkste uitspraak van de schrijver over het onderwerp? (theorie hoofdgedachte)
-Let op, het doel van de tekst moet te herkennen zijn in de hoofdgedachte.
- Welk antwoord is volledig? 

Slide 18 - Slide

3. Welke functies heeft alinea 1?
A
Het introduceren van de probleemstelling en het geven van een voorbeeld.
B
Het verstrekken van een aanbeveling en het uitspreken van een verwachting.
C
Het verwoorden van de conclusie en het verstrekken van een aanbeveling.

Slide 19 - Quiz

Zie alinea 1
"...Door voorzichtig om te gaan met bestrijdingsmiddelen zorgden de meeste boeren voor schone sloten, maar de bloemen- en bollentelers lieten het afweten (conclusie). Tijd voor extra maatregelen (aanbeveling).

 

Slide 20 - Slide

4. In alinea 2 staat de term ‘selecte gebieden’
A
Natuurstroken
B
Probleemregio’s
C
Teeltvrije zones

Slide 21 - Quiz

Zie alinea 11, laatste zin
Met de aanpak van de probleemregio's kunnen we zélf het initiatief nemen."

Slide 22 - Slide

5. In alinea 2 trekt hoogleraar Geert de Snoo de conclusie: ‘We zijn goed bezig in Nederland.”
Welke uitspraak is juist?

A
Dit is een onterechte conclusie, omdat hij deze niet met argumenten onderbouwt.
B
Dit is een onterechte conclusie, omdat hij deze trekt op basis van een paar waarnemingen.
C
Dit is een terechte conclusie, omdat hij feitelijke informatie geeft.
D
Dit is een terechte conclusie, omdat hij met betrokkenheid over dit onderwerp spreekt.

Slide 23 - Quiz

Zie alinea 2
Onderbouwt deze conclusie met uitleg in alinea 2.

Slide 24 - Slide

6. Wat is het verband tussen alinea 6 en 7?
A
Alinea 6 geeft een oorzaak, alinea 7 een gevolg.
B
Alinea 7 geeft een tegenstelling bij alinea 6.
C
Alinea 7 is een uitbreiding van alinea 6.

Slide 25 - Quiz

Om ....te (alinea 7) > signaalwoord
Tekstverband > doel middel
> Ingewikkelder te maken 
> Wat ingewikkelder maken?
> Het verhaal over de normen
Slaat terug op MTR-norm ( teruglezen  alinea 6)

Slide 26 - Slide

7. In alinea 8 staat: “Die maatregel had volgens de onderzoeker een ‘enorm positieve impact’ op de waterkwaliteit.”
Wat is de bovenstaande uitspraak?
A
Een argument
B
Een conclusie
C
Een standpunt

Slide 27 - Quiz

Tip bij het bepalen van standpunten: 
Let op woorden, zoals:
- volgens de onderzoeker (iemand vindt iets)
- positieve (beoordelingswoord)

Slide 28 - Slide

8. In alinea 2 staat dat in bepaalde gebieden wat moet gebeuren. In welke alinea wordt omschreven wat daar moet gebeuren?

A
In alinea 8
B
In alinea 9
C
In alinea 10

Slide 29 - Quiz

zie alinea 9
- opschoning van 1 % v.h. landbouwareaal levert 45%  milieuwinst op
- tijdelijk spuitverbod
- bestrijdingsmiddelen geoorloofd maar verboden voor specifiek gebied

Slide 30 - Slide

9. De titel van deze tekst luidt: “De sloot kan best nog schoner”. Wat drukt de auteur met deze titel uit?
A
Ambitie
B
Hoop
C
Teleurstelling

Slide 31 - Quiz

Ambitie=
Streven voor een betere positie...

Slide 32 - Slide


10. Hoe zou je de houding van de onderzoekers het best kunnen omschrijven?
A
Als afstandelijk en nuchter
B
Als objectief en kritisch
C
Als sceptisch en vooringenomen

Slide 33 - Quiz

zie o.a. alinea 2
waarschuwing...

Slide 34 - Slide

Vraag 11: De volgende punten horen in de samenvatting te staan
1. In delen van Nederlands zijn de natuurlijke wateren meer door landbouwgif verontreinigd dan is toegestaan.
2. Maatregelen om de waterkwaliteit te verbeteren zullen met name effect hebben in de risicozones.
6. Buffers zorgen ervoor dat boeren bij het sproeien van gif voldoende afstand houden van het slootwater.
7. Met ander spuitkoppen kan het wegwaaien van gif met 90 procent afnemen.


Slide 35 - Slide

Had je vraag 11 volledig goed?
ja
nee

Slide 36 - Poll

huiswerk > 1,5 uur per week
- planning maken voor je examens
-Taalblokken: spelling + de hoofdstukken (richt je op schrijven, lezen en luisteren)
-Taalblokken: examentraining
- schrijfopdrachten > proeftoets
-oefenen CE via Facet
-examentraining Taalblokken


Slide 37 - Slide