Lesstof 2.8 PV Tegenw. Tijd.

Wat gaan we vandaag doen?
* Controleren huiswerk 2.7
* Uitleg paragraaf 2.8
* Quizvragen maken
* Maken opdrachten 2.8

1 / 14
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 1

This lesson contains 14 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Wat gaan we vandaag doen?
* Controleren huiswerk 2.7
* Uitleg paragraaf 2.8
* Quizvragen maken
* Maken opdrachten 2.8

Slide 1 - Slide

Persoonsvorm tegenwoordige tijd
1. Maak de zin vragend
            De jongen loopt op straat         Loopt de jongen op straat?
2. Zet de zin in een andere tijd
           De jongen loopt op straat         De jongen liep op straat
3. Zet de zin in enkelvoud/meervoud         
          De jongen loopt op straat         De jongens lopen op straat




Slide 2 - Slide

D & T werkwoorden
D-werkwoorden: werkwoorden waarbij de stam op -d eindigt

T-werkwoorden: werkwoorden waarbij de stam op -t eindigt

Slide 3 - Slide

Stappenplan:
1. Is het de persoonsvorm? 
2. Ja! Vervang de persoonsvorm (het werkwoord!) door 'loop' of 'loopt'
3. Zorg dat de zin klopt en gebruik de STAM van het werkwoord!

VB: Hij (zetten) zijn telefoon op stil --> Hij 'loopt' zijn telefoon op stil. Dus: Hij zeT zijn telefoon op stil

Slide 4 - Slide

Nog een voorbeeld
Voorbeeld: Zij (houden) van haar hond

Zij 'loopt' van haar hond
Houden - en = houD

Dus: Zij houdT van haar hond

Slide 5 - Slide

Wat is de persoonsvorm?
De persoonsvorm
Mijn moeder
heeft
mijn brood
gesmeerd

Slide 6 - Drag question

Dat (vinden) ik verschrikkelijk
A
vind
B
vint
C
vindt
D
vintt

Slide 7 - Quiz

Dat (vinden) hij verschrikkelijk
A
vind
B
vint
C
vindt
D
Het is geen persoonsvorm!

Slide 8 - Quiz

Waarom (verspreiden) jij die roddels?
A
verspreid
B
verspreidt
C
verspreit
D
Het is geen persoonsvorm!

Slide 9 - Quiz

Later (worden) ik dierenarts
A
wordt
B
word
C
wort
D
Het is geen persoonsvorm!

Slide 10 - Quiz

Mijn hond (springen) van blijdschap
A
springt
B
springdt
C
springd
D
Het is geen persoonsvorm!

Slide 11 - Quiz

De buurvrouw (schelden) op onze zwarte kat
A
scheld
B
scheldt
C
schelt
D
Het is geen persoonsvorm!

Slide 12 - Quiz

Ik vond deze les:
goed te doen / makkelijk / moeilijk

Slide 13 - Poll

De opdrachten
Maak van paragraaf 2.8 opdracht 1 en 3 t/m 5 --> HUISWERK VOOR DONDERDAG!
* Blijf in teams met je camera aan!
* Heb je een vraag? Stuur mij een chat bericht in teams!
* Ben je klaar? Dan controleer ik je antwoorden, als het goed is mag je gaan!

Slide 14 - Slide