begrippenlijst hfst 1 Polaris
1 / 26
Lesson duration is: 50 minItems in this lesson
Slide 1 - Slide
Stofeigenschappen zijn:
A
geur, kleur, massa
B
fase, geur, kleur
C
kookpunt, smeltpunt,
kleur
D
fase, geur, smaak
Slide 2 - Quiz
Wat zijn stofeigenschappen?
A
Daarmee bepaal je de dichtheid van een stof
B
Dat gaat over de eigenaar van een stof
C
Daaraan kun je een stof herkennen
D
Hoe goed een stofzuiger kan zuigen
Slide 3 - Quiz
Stofeigenschappen die overeen komen
Stofeigenschappen die verschillend zijn
Smaak
Geur
Kleur
Brandbaarheid
Slide 4 - Drag question
Sleep de stofeigenschappen naar het juiste vakje
Stofeigenschappen
Geen stofeigenschappen
Geur
Kleur
Hoeveelheid
massa
dikte
brandbaarheid
smaak
vorm
fase
Slide 5 - Drag question
Drijven
Zweven
Zinken
De dichtheid van een voorwerp is kleiner dan de dichtheid van een vloeistof
De dichtheid van een voorwerp is groter dan de dichtheid van een vloeistof
De dichtheid van een voorwerp is even groot als de dichtheid van een vloeistof
Slide 6 - Drag question
welke vloeistof heeft de ...
kleinste dichtheid
grootste dichtheid
Slide 7 - Drag question
Dichtheid vloeistof is groter dan de dichtheid van de stof
Dichtheid vloeistof is kleiner dan de dichtheid van de stof
Dichtheid vloeistof is gelijk aan de dichtheid van de stof
DRIJVEN
ZWEVEN
ZINKEN
Slide 8 - Drag question
=
dichtheid
De formule van dichtheid
timer
0:45
volume
massa
/
*
Slide 9 - Drag question
niet gokken, binas gebruiken Hoogste dichtheid
Laagste dichtheid
Aluminium
Goud
Koper
Lood
Slide 10 - Drag question
Welke fase zie je op de foto?
VAST
VLOEIBAAR
GAS
Slide 11 - Drag question
Sleep de neerslag naar de juiste fase.
Vloeibare fase:
Vaste fase:
dauw
hagel
regen
rijp
sneeuw
IJzel
Slide 12 - Drag question
Welke fase wordt hoort bij welke micro afbeelding
vaste fase
vloeibare fase
gasvormige fase
Slide 13 - Drag question
de moleculen hebben een vaste plaats
de moleculen kunnen bewegen maar blijven nog wel bij elkaar
de moleculen kunnen vrij bewegen
Slide 14 - Drag question
Vast
Vloeibaar
Gas
De moleculen trillen snel
De moleculen bewegen langzaam door elkaar heen.
De afstand tussen de moleculen is klein
De moleculen trillen op een vaste plaats
Slide 15 - Drag question
Slide 16 - Drag question
Zet de begrippen op de juiste plek van het zeepmolecuul
Hydrofoob
Hydrofiel
Slide 17 - Drag question
Een zeepmolecuul bestaat uit een hydrofiele kop en een hydrofobe staart
De
is het deel van een zeepmolecuul dat het liefst tussen watermoleculen zit.
is het deel van een zeepmolecuul dat het liefst tussen watermoleculen zit.
De stoot watermoleculen af en mengt het liefst vet- of oliemoleculen.
Hydrofiele kop
Hydrofobe staart
Slide 18 - Drag question
Gele vlam
Als je niet werkt
Stille blauwe vlam
Juiste temperatuur
Pauze vlam
Ruisende blauwe vlam
Te warm
Slide 19 - Drag question
gele vlam
Pauzevlam
luchtring dicht
blauwe vlam
luchtring een beetje open
Roet
beetje roet
ruisende blauwe vlam
luchtring open
geen roet
Slide 20 - Drag question
VOLLEDIGE VERBRANDING
ONVOLLEDIGE VERBRANDING
blauwe vlam
gele vlam
voldoende zuurstof
onvoldoende zuurstof
giftige gassen
heetste vlam
koolstof mono-oxide
koolstof- dioxide
roet (c)
water
water
Slide 21 - Drag question
Sleep naar de juiste plek
Ruisende vlam
Gele vlam
Pauze vlam
Blauwe vlam
Slide 22 - Drag question
Kies bij de pictogrammen het juiste gevaarsymbool
Ontvlambaar
Giftig
Corrosief / Bijtend
Slide 23 - Drag question
Tekst
Pictogrammen
corrosief bijtend
giftig
explosief
milieu gevaarlijk
irriterend
brandbaar
Slide 24 - Drag question
Doordringend vermogen
Gamma-straling
Alfa-straling
Beta-straling
Slide 25 - Drag question
Hoog doordringend vermogen.
Gemiddeld doordringend vermogen.
Laag doordringend vermogen.
α-straling
β-straling
γ-straling
