2 BKT H1 les 1 inkomsten

H1 Zakgeld en inkomen






Paragraaf 1: Inkomsten in soorten
1 / 44
next
Slide 1: Slide
EconomieMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 2

This lesson contains 44 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.

Items in this lesson

H1 Zakgeld en inkomen






Paragraaf 1: Inkomsten in soorten

Slide 1 - Slide

Chromebook opstarten
 Inloggen in SOM
Klassencode BK:
Klassencode KGT:

Slide 2 - Slide

Vandaag
  • Inloggen in SOM
  • Uitdelen boeken
  • Instructie
  • Aan de slag

Slide 3 - Slide

Vandaag
  • Controleren Rekentrainer
  • Instructie 1.1
  • Aan de slag

Slide 4 - Slide

Controleren huiswerk
rekentrainer op je scherm zetten

Slide 5 - Slide

VK  Volgorde bij berekening
Stappenplan
  1. Haakjes
  2. Machten (dus ook kwadraten en wortels)
  3. Vermenigvuldigen en Delen (v.l.n.r)
  4. Optellen en Aftrekken (v.l.n.r)

Help Mij Van Die Onvoldoendes Af!

Slide 6 - Slide

Rekentrainer
Volgorde bewerkingen

Slide 7 - Slide

Inloggen in SOM
Activeren
Toevoegen aan klas

Klascode BK:
Klascode KGT: 

Slide 8 - Slide

Leerdoel paragraaf 1
  • Ik kan inkomsten indelen in verschillende soorten
  • Ik kan de indeling in inkomstensoorten toepassen

Slide 9 - Slide

Heb je een baantje of verdien je al wat geld ?

Slide 10 - Open question

Welke soorten inkomen
zijn er ?

Slide 11 - Mind map

Inkomen

De meeste Nederlanders hebben een inkomen


Inkomen bestaat uit alles wat je ontvangt:

Inkomsten in geld en

inkomsten in natura


Slide 12 - Slide

Soorten inkomen

Inkomsten met tegenprestatie: werk, bijbaan

Inkomsten zonder tegenprestatie: zakgeld, uitkering


Inkomsten in natura: bioscoopbon, auto van de zaak, mobiele telefoon

De Belastingdienst rekent inkomsten in natura wél bij het inkomen. 

Slide 13 - Slide

Vergelijken van inkomsten

Om de inkomens van mensen te vergelijken, moet je die inkomens op dezelfde manier berekenen.


Bij iedereen tel je dezelfde soorten inkomsten mee, als je het totaal berekent.

Slide 14 - Slide

Kun je je geld vrij uitgeven ?
Niet-vrij besteedbaar inkomen:  
kleedgeld, reisgeld, premie ziektekosten. 
Het is geld dat je aan bepaalde dingen verplicht moet uitgeven.

Vrij besteedbaar inkomen:
Als je alle verplichte uitgaven hebt gedaan, houd je het
vrij besteedbaar inkomen over.

Slide 15 - Slide

Introductievragen 
Maak zelfstandig:
vraag 1 .1+1.2

Kijk de vragen zelf na

Vergeet niet de leertekst te lezen.

timer
4:00

Slide 16 - Slide

Ervaringen delen
Hoe was het om zelf na te kijken? 

Slide 17 - Slide

Introductievragen 
Maak zelfstandig:
vraag 2 t/m 5

Vergeet niet de leertekst tussendoor te lezen.

timer
8:00

Slide 18 - Slide

Bedragen omrekenen
van week naar maand en omgekeerd

Slide 19 - Slide

Hoeveel weken zitten er in een jaar?

Slide 20 - Open question

Hoeveel dagen zitten er in een jaar?

Slide 21 - Open question

Hoeveel maanden zitten er in een jaar?

Slide 22 - Open question

0

Slide 23 - Video

Deze kun je terugvinden in teams
Neem deze over in je schrift

Slide 24 - Slide

Kwartaal
Een kwartaal bestaat uit 3 maanden
In een jaar zitten 4 kwartalen

Slide 25 - Slide

Slide 26 - Slide

Slide 27 - Slide

Slide 28 - Slide

Slide 29 - Slide

Slide 30 - Slide

Slide 31 - Slide

Slide 32 - Slide

Bram krijgt €10 zakgeld per week. Hoeveel is dat per maand?
A
€10
B
€43,33
C
€40
D
€1,42

Slide 33 - Quiz

De contributie voor de voetbalclub kost € 95 per jaar. Hoeveel is dat per week?
A
€ 1,79
B
€ 1,83
C
€ 7,30
D
€ 7,92

Slide 34 - Quiz

Fam. de Boer ontvangt € 197,51 kinderbijslag per kwartaal. Hoeveel is dit per jaar?
A
€ 592,53
B
€ 790,04

Slide 35 - Quiz

Hoeveel maanden heeft een kwartaal?

Slide 36 - Open question

Hoeveel jaar is 36 maanden?
A
1
B
2
C
3
D
4

Slide 37 - Quiz


BK
Leren en maken:
Hoofdstuk 1 paragraaf 1 
(kijk ook naar de begrippen/flitskaarten en samenvatting
op het einde van het hoofdstuk)
L. + M.: H1.1  + RT 1.2

KGT
Leren en maken:
Hoofdstuk 1 paragraaf 1
(kijk ook naar de begrippen/flitskaarten en samenvatting op het einde van het hoofdstuk)
L. + M.: H1.1 + RT 1.2

Huiswerk

Slide 38 - Slide

Huiswerk


Leren 1.1 + flitskaarten 

(kijk ook naar de begrippen en samenvatting 

op het einde van het hoofdstuk)

Maken 1.1 + de rekentrainer





Slide 39 - Slide

Wat hebben we vandaag geleerd ?

Slide 40 - Open question

Nabespreking
Hoe is het gegaan?
Wat ging goed?
Wat vond je moeilijk?
Welke vragen heb je nog?

Slide 41 - Slide

0

Slide 42 - Video

PRIMAIR
SECUNDAIR
Plaats de behoeften in de bijbehorende vakken.
Primaire behoeften
Secundaire behoeften
Medicijnen
Vitaminepillen
Benzine
Smartphone
Televisie
Bed
Groente en fruit
Auto
Beroepsopleiding

Slide 43 - Drag question

Behoeften verschillen door:
  • budget (hoeveel heb je te besteden)
  • leeftijd
  • geslacht
  • de invloed van vrienden en klasgenoten
  • de invloed van familie
  • de invloed van reclame

Slide 44 - Slide