WEBB - Herhaling H6 en H7 Jong en oud

Welkom
4 havo ECONOMIE  ||  2024-2025
1 / 30
next
Slide 1: Slide
EconomieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

This lesson contains 30 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 40 min

Items in this lesson

Welkom
4 havo ECONOMIE  ||  2024-2025

Slide 1 - Slide

DNB

Vrijdag 14 maart

Slide 2 - Slide

Slide 3 - Video

Leg uit op welke manier averechtste selectie plaats vindt bij verzekeren.

Slide 4 - Open question

Wat is Moral Hazard?

Slide 5 - Open question

Hoe kan een verzekeraar de averechtste selectie verminderen?

Slide 6 - Open question

Hoe kan een verzekeringsmaatschappij 'Moral Hazard' beperken? Leg je antwoord uit.

Slide 7 - Open question

Wat is Asymmetrische informatie?
A
Je veroorzaakt meer schade omdat je verzekerd bent
B
De ene weet meer dan de ander
C
Alleen de slechte risico's verzekeren zich
D
Mensen moeten verplicht een verzekering nemen

Slide 8 - Quiz

Hoe kan een verzekeraar asymmetrische informatie tegengaan?

Slide 9 - Open question

Premie berekenen
Risico = kans op schade x de gemiddelde hoogte van de schade 

Premie = Risico + winst/kostenoplag


Slide 10 - Slide

Pensioensopbouw

Slide 11 - Slide

De AOW
  • De AOW is geregeld in de Algemene ouderdomswet (AOW).
  • De AOW is gebaseerd op het omslagstelsel.
  • Een omslagstelsel is gevoelig voor veranderingen in de      bevolkingsopbouw.

Slide 12 - Slide

Omslagstelsel
Actieven mensen die werken.
Inactieven mensen die een uitkering ontvangen.



Slide 13 - Slide

Omslagstelsel
De AOW (staatspensioen) werkt volgens het omslagstelsel.

De werkenden (actieven) van nu betalen premie voor de AOW uitkering aan de senioren (inactieven) van nu.

Slide 14 - Slide

Kapitaaldekkingsstelsel
Een pensioenfonds (bedrijfspensioen) werkt volgens het kapitaaldekkingsstelsel.

De werkenden van nu betalen premie voor hun eigen pensioenuitkering voor later.

Slide 15 - Slide

pensioen via het kapitaal dekkingsstelsel

Slide 16 - Slide

Bedrijfspensioen is geen volledig salaris. Pensioen is uitgesteld loon; ruilen over de tijd 

Slide 17 - Slide

AOW-uitkeringen worden betaald met gebruik van het omslagstelsel
A
Onjuist; dan zou je zelf voor je AOW betalen
B
Juist; de AOW'ers hebben zelf de premies betaald
C
Juist; de werkenden betalen de premies voor de huidige AOW'ers
D
Onjuist; AOW is gebaseerd op het kapitaaldekkingsstelsel

Slide 18 - Quiz

Wat is het verschil tussen het omslagstelsel en het kapitaaldekkingsstelsel?

Slide 19 - Open question

Waardevast of welvaartsvast
Een uitkering is waardevast of welvaartsvast. 

Waardevast --> Uitkeringen die aangepast worden aan de inflatie

Welvaartsvast --> Uitkeringen die de loonontwikkeling volgen 

Slide 20 - Slide

Hoogte uitkering oud €200,- en nieuw €208,-. Als deze uitkering waardevast is was de inflatie:

A
Inflatie 4%
B
Inflatie 2%
C
Deflatie 4%
D
Deflatie 2%

Slide 21 - Quiz

Twee beweringen over waardevast/welvaartsvast.

I. Een welvaartsvaste uitkering betekent behoud van koopkracht.
II.Een welvaartsvaste uitkering stijgt altijd meer dan de waardevaste uitkering.

Welke bewering(en) is/zijn juist?
A
Beide zijn goed
B
I is fout en II is goed
C
I is goed en II is fout
D
Beide zijn fout

Slide 22 - Quiz

Leg uit dat hogere AOW-premies via loonkosten tot werkloosheid kunnen leiden.

Slide 23 - Open question

Welk voordeel kan een pensioenfonds hebben als het belegt in aandelen? Licht het antwoord toe.

Slide 24 - Open question

Welk nadeel kan een pensioenfonds hebben als het belegt in aandelen? Licht toe.

Slide 25 - Open question

Leg uit hoe een eigen huis kan dienen als inkomstenbron.

Slide 26 - Open question

Besparingen via een pensioenfonds worden gedwongen besparingen genoemd. Leg deze benaming uit.

Slide 27 - Open question

Ze moeten verplicht een deel van hun inkomen opzij leggen voor de toekomst. --> welk begrip hoort hier bij?

Slide 28 - Open question

Leg uit waarom een pensioen via het hoort bij ruilen over tijd.

Slide 29 - Open question

Aan het werk
Maken zelftest H7
Nakijken
  • Wat heb je goed gedaan?
  • Wat kun je beter doen?
Lees de tekst
  • Onderstrepen
  • Samenvatten

Slide 30 - Slide