H4.1 en 4.2 Spanning, stroomsterkte en vermogen en Weerstand en geleidbaarheid

Na deze les kan ik ...
... de begrippen spanning, stroomsterkte, vermogen en weerstand aan een medeleerling uitleggen. 

... de juiste formule koppelen aan de begrippen spanning, stroomsterkte, vermogen en weerstand. 

... berekeningen maken met de formules die horen bij spanning, stroomsterkte, vermogen en weerstand.  
1 / 23
next
Slide 1: Slide
NatuurkundeMiddelbare schoolvwoLeerjaar 4

This lesson contains 23 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Na deze les kan ik ...
... de begrippen spanning, stroomsterkte, vermogen en weerstand aan een medeleerling uitleggen. 

... de juiste formule koppelen aan de begrippen spanning, stroomsterkte, vermogen en weerstand. 

... berekeningen maken met de formules die horen bij spanning, stroomsterkte, vermogen en weerstand.  

Slide 1 - Slide

Weerstand 
Weerstand: 

De weerstand bepaald wat de stroomsterkte is bij een bepaalde spanning. 





R=IU
R: Weerstand 
U: Spanning (V)
I: Stroomsterkte (A)

(Ω)

Slide 2 - Slide

Hoofdstuk 4 Elektrische systemen
4.1: Spanning, stroomsterkte en vermogen
4.2 Weerstand en geleidbaarheid

Slide 3 - Slide

Slide 4 - Video

Slide 5 - Slide

Elektrische stroomsterkte
Elektrisch stroomsterkte : 


I=tQ
I: Stroomsterkte (A)
Q: Lading (C)
t: Tijd (s)

Slide 6 - Slide

Elektrische stroomsterkte
Elektrisch stroomsterkte : 

Lading van 1 elektron is -e = -1.60*10-19 C (BINAS)


I=tQ
I: Stroomsterkte (A)
Q: Lading (C)
t: Tijd (s)

Slide 7 - Slide

Stel er loopt 5 A door een kabel, hoeveel elektronen lopen er dan per seconde door deze kabel?

Slide 8 - Open question

Elektrische Spanning
Elektrisch spanning: 

De energie die elke lading met zich mee neemt.




U=QΔE
U: Spanning (V)
      : Het verschil in elektrische energie tussen twee punten (J)
Q: Lading (C)
ΔE

Slide 9 - Slide

U=QΔE
Elektrisch spanning: 

1 elektron gaat van punt 1 naar 2,
daarbij geeft die zijn energie af
aan het lampje.
De Spanning U12 is dan:




U12=QΔE12=1.6010196.410190=4V

Slide 10 - Slide

Het lampje brandt, omdat elke elektron een klein beetje energie eraan afgeeft. Stel ik wil het lampje harder laten branden, wat moet ik veranderen?
A
De spanning (U) groter maken
B
De stroomsterkte (I) groter maken
C
Beide groter maken
D
Zowel A,B als C

Slide 11 - Quiz

Slide 12 - Slide

Elektrische vermogen
Elektrisch vermogen: 

De hoeveelheid energie bepaald of het lampje harder brandt.




P=UI
P: Vermogen (J/s, W)
U: Spanning (V)
I: Stroomsterkte (A)

Slide 13 - Slide



Paragraaf 2 Weerstand en geleidbaarheid

Slide 14 - Slide

Slide 15 - Slide

Geleidbaarheid
Geleidbaarheid: 

Soms is het makkelijker om met geleidbaarheid te rekenen.





G=R1=UI
R: Weerstand 
G: Geleidbaarheid (S)
U: Spanning (V)
I: Stroomsterkte (A)

(Ω)

Slide 16 - Slide

Het verband tussen weerstand en geleidbaarheid is ....
A
Evenredig
B
Omgekeerd evenredig
C
Kwadratisch
D
Er is geen verband

Slide 17 - Quiz

Slide 18 - Slide

I: hoeveelheid water per seconde stroomt
U: de waterdruk
R: verdunning in de leiding

I: aantal elektronen per seconde
U: energie die elektronen met zich mee dragen
R: weerstand die elektronen ondervinden

Slide 19 - Slide

Slide 20 - Video

Na deze les kan ik ...
... de begrippen spanning, stroomsterkte, vermogen en weerstand aan een medeleerling uitleggen. 

... de juiste formule koppelen aan de begrippen spanning, stroomsterkte, vermogen en weerstand. 

... berekeningen maken met de formules die horen bij spanning, stroomsterkte, vermogen en weerstand.  

Slide 21 - Slide

Ik heb deze doelen behaald
😒🙁😐🙂😃

Slide 22 - Poll

Oefenen voor de volgende les:
Par 1: 3, 4, 7, 9
Par 2: 12, 13, 15

Slide 23 - Slide