2.4 Romeinen en Germanen deel II

2.4 Germanen en Romeinen
1 / 24
next
Slide 1: Slide
GeschiedenisMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

This lesson contains 24 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

2.4 Germanen en Romeinen

Slide 1 - Slide

Deze les
Terugblik + video vorige les

2.4 Het Romeinse erfgoed lezen + opdrachten maken

Korte uitleg (op basis van jullie bevindingen)

Start oefenen voor de toets

Slide 2 - Slide

Welke uitspraak is onjuist?
A
Bij de Germanen vormden krijsgheren en hun families elites, die onderling strijd voerden
B
Germaanse volken als de Teutonen en Alemannen leefden in landbouwstedelijke samenlevingen
C
Romeinen noemden de volken ten oosten van de Rijn Germanen en de volken ten westen Kelten.
D
Volgens Tacitus waren Germanen primitieve barbaren

Slide 3 - Quiz

Noem een positief en negatief voorbeeld van de confrontatie tussen Romeinen en Germanen

Slide 4 - Open question

Welke uitwisselingen van cultuur er plaats vonden tussen de Romeinse en Germaanse cultuur.

Slide 5 - Open question

Wat was de Limes, en wat had dit te maken met de Germanen?

Slide 6 - Open question

HAVO 4
2.4 Romeinen en Germanen, deel II
Lesdoelen:
In deze paragraaf leer je:

-  waarom het West-Romeinse Rijk ten val kwam en wat er gebeurde met het Romeins erfgoed.


KA: - de confrontatie tussen de Grieks-Romeinse en de Germaanse cultuur.

Slide 7 - Slide

Aan de slag

  • Wat: Lees bladzijde 27 goed door (!)
  • Daarna: Maak opdracht 3, 11, 15 en 16
  • Hoe: werk alleen en stil
  • Hulp: fluister met je buurman, kom je er niet uit: vinger in de lucht
  • Tijd:  15 minuten
  • Klaar: check je antwoorden via Teams, lesmateriaal (alle paragrafen)
  • Daar ook mee klaar: bestudeer de vorige paragrafen / maak een samenvatting



timer
15:00

Slide 8 - Slide

Het verval van het Romeinse Rijk
Welke oorzaken voor het verval van het Romeinse Rijk in de derde eeuw kun jij noemen?




Slide 9 - Slide

2.4 Romeinen en Germanen
Het Romeins erfgoed

3e eeuw: Romeinse rijk raakte in verval.

- door dodelijke epidemieën daalde het inwonersaantal -> handel en productie nam af.
- Romeins bestuur kon niet meer voor veiligheid zorgen.
- Legeraanvoerders bevochten elkaar om de macht.

Slide 10 - Slide

Wat zie je hier?

Slide 11 - Slide

Keizer Theodisius splitste in 395 het Romeinse rijk in twee delen.
- West-Romeinse rijk --> hoofdstad Rome
- Oost-Romeinse rijk --> hoofdstad Constantinopel

Slide 12 - Slide

1. Wat zie je hier?
2. Waardoor werd dit veroorzaakt?

Slide 13 - Slide

Volksverhuizingen

Slide 14 - Slide

Slide 15 - Video

De val van het Romeinse Rijk
Welke oorzaken zijn er voor de val van het Romeinse Rijk?

Bonus: Wat klopt er niet helemaal aan bovenstaande zin?




Slide 16 - Slide

2.4 Romeinen en Germanen

Waarom viel het West-Romeinse rijk?

1. Epidemieën / burgeroorlogen --> Tekort aan Romeinse soldaten --> Germaanse soldaten waren niet betrouwbaar

2.  Germaanse Goten in opstand o.l.v. Alarik --> Romeins leger zo verzwakt dat zij hun gang konden gaan --> Plundering Rome --> soldaten teruggeroepen

3. Invasie van de Hunnen --> Volksverhuizingen Germanen

4. Corruptie onder ambtenaren, rijk eigenlijk te groot om goed te besturen


Slide 17 - Slide

Belangrijk

Slide 18 - Slide

Grieks-Romeinse cultuur bleef bestaan
Val West-Romeinse rijk 476, start Middeleeuwen

Cultuur bleef bestaan: o.a. Latijn basis voor Frans, Spaans, Italiaans en Portugees

Andere plekken Noord-Europa Germaans

Slide 19 - Slide

Terugblik
Deze les een aantal vragen

Volgende les volledig in het teken van herhaling

Slide 20 - Slide

Uit welke onderstaande punten zie je dat Ötzi uit de periode van boeren komt en niet uit die van de jager-verzamelaars?
A
Hij heeft schoenen gevuld met hooi
B
Hij heeft een bijl en pijlen op zak
C
Hij heeft een riem van leer
D
In zijn maag zit tarwepap

Slide 21 - Quiz

Op de afbeelding zie je het pantheon. Is dit een voorbeeld van Griekse vormentaal, van de Romeinse vormentaal of een combinatie van beide? Verklaar je antwoord

Slide 22 - Open question

Deze bron beschrijft twee manieren waarop de consolidatie van het
Romeinse imperium plaatsvindt.
Geef aan welke twee manieren dat zijn.

Slide 23 - Open question

Juist
Onjuist
Alles uit het verleden kan als bron dienen.
De prehistorie is de tijd van jagers en boeren.
Onze kennis van de prehistorie is gebaseerd op ongeschreven bronnen.
Over de leefwijze van de jager-verzamelaars is minder bekend dan over hun denkwijze.
Over individuele mensen en gebeurtenissen in de prehistorie is weinig bekend.
Voor archeologen zijn teksten de belangrijkste bron van kennis.

Slide 24 - Drag question