9.1.2 Tijd

Welkom
Dit leg ik op tafel:
Laptop 
Etui
Map
Rekenmachine
1 / 15
next
Slide 1: Slide
WiskundeMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 2

This lesson contains 15 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Welkom
Dit leg ik op tafel:
Laptop 
Etui
Map
Rekenmachine

Slide 1 - Slide

Afspraken & regels

Slide 2 - Slide

Vorige les

Slide 3 - Slide

Lesdoelen
  1. Je vertelt hoe laat het is op een digitale klok.
  2. Je vertelt hoe laat het is op een analoge klok.
  3. Je schrijft bij een gegeven tijd op een analoge klok de twee digitale tijden op.
  4. Je zet analoge tijden om in digitale tijden en omgekeerd.
  5. Je berekent het aantal minuten tussen 2 gegeven tijden.
  6. Je rekent de tijdseenheden seconden, minuten, uren, dagen, weken, maanden, jaren, decennia en eeuwen in elkaar om.
  7. Je benoemt de dagen van de week en de maanden van het jaar.








Slide 4 - Slide

Digitale klok
Analoge klok
  • Geen wijzers
  • Uren gaan tot 24
  • Minuten gaan tot 60
  • De kleine wijzer geeft de uren aan
  • De grote wijzer geeft minuten aan
  • Een analoge klok gaat maar tot 12 uur

Slide 5 - Slide

Theorie

Slide 6 - Slide

Theorie
Vul in:
1 milennium = ... jaar                                 1 maand = ... dagen
1 eeuw = ... jaar                                            1 week = ... dagen
1 decennium = ... jaar                                1 dag = ... uur
1 jaar = ... maanden                                    1 uur = ... minuten
1 jaar = ... weken                                          1 minuut = ... seconden
1 jaar = ... dagen
1 maand = ... weken

1 kwartaal = ... maanden

Slide 7 - Slide

Theorie
Vul in:
1 milennium = 1000 jaar                            1 maand = 30 dagen
1 eeuw = 100 jaar                                          1 week = 7 dagen
1 decennium = 10 jaar                                1 dag = 24 uur
1 jaar = 12 maanden                                    1 uur = 60 minuten
1 jaar = 52 weken                                          1 minuut = 60 seconden
1 jaar = 365 dagen
1 maand = 4 weken

1 kwartaal = 3 maanden

Slide 8 - Slide

We gaan aan de slag!
Trede 9 -> 9.1.2 zelfstandig maken.
Na 5 min eventueel zachtjes overleggen.

Of extra oefeningen



Slide 9 - Slide

Op welke klok is het 10 minuten over half 1?

A
klok 1
B
klok 2
C
klok 3
D
klok 4

Slide 10 - Quiz

Welke digitale klok hoort
bij deze klok?
A
02:10
B
23:10
C
22:10
D
10:50

Slide 11 - Quiz

Isa fietst om 8:00 thuis weg. Ze moet om 8:30 op school zijn. Hoe lang heeft ze de tijd om op school te komen
A
10 minuten
B
20 minuten
C
30 minuten
D
1 uur

Slide 12 - Quiz

Bert moet om 14:15 bij het station zijn. Hij vertrekt om 13:35 bij zijn werk. Hoe lang heeft hij de tijd?
A
10 minuten
B
30 minuten
C
40 minuten
D
45 minuten

Slide 13 - Quiz

Lesdoelen
  1. Je vertelt hoe laat het is op een digitale klok.
  2. Je vertelt hoe laat het is op een analoge klok.
  3. Je schrijft bij een gegeven tijd op een analoge klok de twee digitale tijden op.
  4. Je zet analoge tijden om in digitale tijden en omgekeerd.
  5. Je berekent het aantal minuten tussen 2 gegeven tijden.
  6. Je rekent de tijdseenheden seconden, minuten, uren, dagen, weken, maanden, jaren, decennia en eeuwen in elkaar om.
  7. Je benoemt de dagen van de week en de maanden van het jaar.

Slide 14 - Slide

Doelen
9.1.1 en 9.1.2

Slide 15 - Slide