Voltooid deelwoord als bijvoeglijk naamwoord

• Nederlands
• Middelbare school
• vmbo b
• Leerjaar 3

Standaard regel

Je schrijft alle bijvoeglijke naamwoorden zo kort mogelijk:

het is rode auto en niet roodden auto

het is het grote huis en niet het grootten huis

Stoffelijk bijvoeglijk naamwoord

Bij stoffen schrijf je altijd een -n achter het bn. 

De gouden armband.

De koperen buis. 

Dus:
de (druk) leerling

Dus:
De (zilver) ketting

Je kan ook het vd als bn gebruiken

- Je schrijft de woorden ook zo kort mogelijk

- Hier kan een -n achter

Hoe weet je dat? > Hoor je een -n bij een voltooid deelwoord, dan schrijf je deze ook bij het bijvoeglijk naamwoord

Bijvoorbeeld

-de (sluiten) deur 

- de geslote/gesloten deur 

- de deur is gesloten 

- de gesloten deur 

Of 

- de (open) deur

- de geopende/geopenden deur

- de deur is geopend

- de geopende deur

De aangebrande / aangebranden aardappels

1. aangebranden
2. aangebrande

het gelanden / gelande vliegtuig

1. gelanden
2. gelande

de gevallen / gevalle fietser

1. gevallen
2. gevalle