This lesson contains 22 slides, with interactive quizzes, text slides and 7 videos.
Teksten over de werkelijkheid. Wat er staat, is echt gebeurd en geeft informatie.
Geschreven om je te informeren of instrueren.
Voorbeelden:
Nieuwsbericht, biografie, journaal, schoolboek, kookboek
Verzonnen verhalen. De schrijver fantaseert, heeft het verhaal zelf bedacht.
Geschreven om je te vermaken.
Leesboek, stripverhaal, musical, game, film, poëzie
Fictie kan realistisch of niet-realistisch zijn
fictie / non-fictie
verijdelen
mijden
de dragqueen
baseren op
mechaniseren
ontrafelen