Grammar: meervoud (2)

• Engels
• MBO
• Studiejaar 2

Grammar

meervoud (2)

Plurals (2)

Onregelmatige meervouden

• man - men
• woman - women
• tooth - teeth
• foot - feet
• sheep - sheep
• series - series

• child - children
• mouse - mice
• criterion - criteria
• Englishman - Englishmen
• a Japanese - two Japanese
• a Chinese - two Chinese

Plurals (2)

Woorden die altijd meervoud zijn

• bril - spectacles/glasses
• (spijker)broek - trousers/jeans
• schaar - scissors

Waarom zijn deze woorden altijd meervoud?

Plurals (2)

Nog meer woorden die altijd meervoud zijn 

(sommigen hebben onregelmatige meervoudsvormen!)

• douane - customs
• inhoud - contents
• politie - police
• vee - cattle
• omgeving - surroundings
• opbrengst - proceeds
• pand - premises

Plurals (2)

Sommige woorden zijn altijd enkelvoud in het Engels

• inlichtingen - information
• meubelen - furniture
• vorderingen - progress
• adviezen - advice

Excersises

Write down the plural of the given word

foot

camera

Chinese

photo

child

vacancy

mouse

employee

person

potato

woman

trainee

criterion

tooth

bikini

series

Frenchman

sheep

dwarf

Homework next time:

Learn the vocabulary of chapter 17 by heart and study the theory of chapter 18!