Groepsdynamica

• Coachen&Begeleiden
• MBO
• Studiejaar 2

Periode 4: Groepsdynamica 

weekplanner

week	literatuur	Thema	week	literatuur	thema
1	3.1	groepen kenmerk	5	3.4	groeps-cultuur
2	3.1 + 3.2	kenmerk soorten groepen	6	3.5 en 3.6	Groeps-rollen
3	3.3	groeps-proces	7	8.9	conflict-hantering
4	3.1-3.3	tussentijdse toets	toetsweek	x	x

Eindbeoordeling

Eindresultaat

• Aan het einde van de prestatie weet de leerling:
  
• Wat een groep is en welke groepskenmerken er zijn
  
• Welke soorten groepen er zijn en hoe je deze kan indelen
  
• Hoe een groepsproces verloopt en hoe een sportleider dit positief kan ondersteunen
  
• Wat groepsnormen zijn, wat de functie hiervan is en welke factoren hierbij een rol spelen
  
• Welke groepsnormen er zijn
  
• Student kan aangeven welke conflictmechanisme er zijn en deze gehanteerd kunnen worden
  

Toetsvorm

De beoordeling vindt plaats a.d.h.v. een tussentijdse toets (week 4) en een eindopdracht (week 7)

Terugkoppeling week 1

Definitie: Een groep is een verzameling van twee of meer mensen die elkaar beïnvloeden, met gemeenschappelijke kenmerken.

Waar

Niet waar

Kenmerken van de groep

• Ge groep heeft een gemeenschappelijk doel
• De groep heeft een bepaalde structuur
• De groep heeft een eigen cultuur

Welke doelen kan een groep hebben?

Groepsstructuur

• Samenstelling; grootte, homogeen, heterogeen
• Organisatie; formeel  (2D) en informeel (vrienden)
• Relaties en onderlinge samenhang: Structuur, hechtheid, subgroepen
• Rollen en rolverdeling; formele rollen, informele rollen (week 6)

Waarom ontstaan er subgroepen?

Relaties en onderlinge samenhang

Sociogram maakt relaties zichtbaar. 

• Hoe zit dat in de 2D?
• Zijn subgroepen? 
• Hoe is het me de groepscohesie
• Is er sprake  vriendschap of wederkerigheid?

In groepen speelt de Kosten en Batentheorie vaak een rol: zoveel mogelijk beloning (baten) bij zo min mogelijk inspanning/energie (kosten).

Groepscultuur

Groepscultuur gaat over de volgende punten:

• Regels, 
• Gewoontes (onbewuste handelingen) 
• Waarden en normen

Groepsnormen en omgangsregels

De groepscultuur heeft betrekking op;

• wat er normaal of abnormaal gevonden wordt
• heeft onuitgesproken gedragsregels 
• een favoriet onderwerp
• taboes 

Wat zijn voorbeelden van 2D?

Soorten groepen

Groepen kan je indelen op;

• Mate van openheid; hoeveel moeite moet je doen om bij de groep te komen.
• Status van de groep; is het een formele (regels) of informele groep?
• Tijd dat de groep bestaat; hoe langer de groep bestaat, des te "sterker" de groepscultuur
• Grootte van de groep; uitwerken in verslag

Grootte van de groep

• Primaire groep: klein, veel contact spontaan, natuurlijk, veilig, liefde , veel invloed (gezin)
  
• Secundaire groep: persoonlijke keuze, groter, doel/taak staat voorop, minder contact groep is groter. (school)
  
• Een collectief: iets gemeenschappelijks, weinig contact, herkennen elkaar wel (zadkine)
  
• De massa: toevallig bij elkaar, bijv. bezoekers concert/festival.
  

Huiswerk 19 mei

Maak een sociogram van de klas

• Geef aan hoe de verhoudingen liggen veraf-dichtbij (jij staat in het midden)
  
• Geef aan hoe de communicatie verloopt 

Vertel ook iets over :

De mate van openheid van klas 2D

De status van klas 2D

Hoe lang bestaat 2D als en hoe is deze gevormd

Hoe groot is klas 2D

Dit is een onderdeel van de eindopdracht.

Inhoud week 3

• Fases van het groepsproces, hst 3.3
• Bespreken huiswerkopdracht (deel eindopdracht)