Zelfstandige naamwoorden zijn woorden waar de of het voorgezet kan worden. Tot deze groep behoren ook: persoonsnamen (man, soldaat, Sanne), diernamen (kat, papegaai, Bello, Lorre), zaaknamen (huis, stad, Veldzicht, Rotterdam), stofnamen (bier, goud), verzamelnamen (kroost, vee, Alpen, Antillen) en abstracte woorden als goedheid, lengte, romantiek. Zowel soort- als eigennamen zijn dus zelfstandige naamwoorden.