Hoofdstuk 7 - 7.1

Tijd van Pruiken en Revoluties
7.1 De Verlichting
1 / 26
next
Slide 1: Slide
GeschiedenisMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

This lesson contains 26 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Tijd van Pruiken en Revoluties
7.1 De Verlichting

Slide 1 - Slide

Leerdoelen 

1. Je kunt het ontstaan van verlichte ideeen beschrijven en verklaren.

2. Je kunt meerdere verlichte ideeen benoemen en uitleggen. 



Slide 2 - Slide

Theorie

Tijd van Pruiken en Revoluties (1700-1800) 

Slide 3 - Slide

Theorie

In de 17e eeuw bracht de wetenschappelijke revolutie veel nieuwe kennis over mensen, de natuur en de wereld. Veel ontdekkingen waren tot stand gekomen door onderzoek en logisch redeneren. 


Slide 4 - Slide

Theorie

Veel filosofen nemen deze denkwijze over. Want als het gebruik van ratio (het verstand, de rede) door natuurwetenschappers zulke grote positieve gevolgen had, zou dat dan ook niet gelden voor het bestuderen van de men en de samenleving? Dit noemen we rationeel optimisme

Rationeel optimisme: de overtuiging dat er een betere en eerlijker samenleving kon worden ontwikkeld. 


Slide 5 - Slide

Theorie

Verlichte filosofen gingen vaak uit van vragen. Waarom hadden vorsten zo veel macht? Waarom schreef de kerk zo veel regels voor? Waarom was er ongelijkheid? Vragen met betrekking tot: 

  • Politiek ?
  • Filosofie ?
  • Wetenschap ?
  • Geloof ?
  • Economie ?
  • Sociale verhoudingen (de relatie hoe mensen tot elkaar staan)

Slide 6 - Slide

Leerdoelen 

1. Je kunt het ontstaan van verlichte ideeen beschrijven en verklaren.

2. Je kunt meerdere verlichte ideeen benoemen en uitleggen. 



Slide 7 - Slide

Madame Geoffrin ontvangt in 1775 in haar Parijse salon beroemde kunstenaars, wetenschappers en filosofen. 

Slide 8 - Slide

Rousseau:
Volkssoevereiniteit: macht ligt bij het volk! 
Montesquieu:
Scheiding van de machten (Trias Politica)

Slide 9 - Slide

Voltaire
Voltaire had veel kritiek op de Katholieke kerk, die volgens hem bijgeloof en intolerantie verspreidden. Voltaire was een deïst. Hij geloofde in God, maar hij geloofde dat God niet meer actief was in de wereld. Het beste machtssysteem was volgens Voltaire verlicht absolutisme. Dat houdt in dat een koning, die verlicht denkt, goede beslissingen neemt voor het volk, omdat het volk te dom zou zijn om zelf beslissingen te nemen.

Slide 10 - Slide

John Locke
Koning krijgt niet de macht van God, maar van het volk! Zorg dus goed voor het volk. 

Mensen moeten onderling een sociaal contract sluiten: denkbeeldig verdrag waarbij ze afspreken politieke eenheid te zijn. Hier mag je bestuurders kiezen en bij slecht functioneren afzetten. 

Slide 11 - Slide

Theorie

Het idee van Montesquieu is erg belangrijk. Het is niet goed wanneer de macht bij één persoon ligt. Door de macht te verdelen over drie groepen is de kans op misbruik kleiner. 

Hoe noemen we dit .. ? 

Slide 12 - Slide

Theorie

Trias politica: verdeling van de macht in: 

- wetgevende macht
- rechterlijke macht
- uitvoerende macht 


Slide 13 - Slide

Adam Smith
  • Volgens Adam Smith streven mensen hun eigen voordeel na. 
  • De wet van vraag en aanbod brengt steeds meer welvaart voor iedereen.
  • De overheid moest volgens Smith zorgen voor eerlijke spelregels, maar zich niet bemoeien met de economie. 
  • Zijn devies was: laissez-faire, mensen vrijlaten in hun handelen.










Het rationeel optimisme en ‘verlicht denken’ dat werd toegepast op alle terreinen van de samenleving: godsdienst, politiek, economie en sociale verhoudingen is een kenmerkend aspect van de tijd van pruiken en revoluties.

Slide 14 - Slide

Beeldmateriaal

Slide 15 - Slide

Slide 16 - Video

Aan de slag

Lees voor morgen paragraaf 7.1 door
(en maak een samenvatting...) 

Slide 17 - Slide

Leerdoelen nabespreken

1. Je kunt het ontstaan van verlichte ideeen beschrijven en verklaren.

2. Je kunt meerdere verlichte ideeen benoemen en uitleggen. 



Slide 18 - Slide

Theorie

De meeste verlichte denkers vonden dat onderwijs mensen zou helpen om zelf na te denken. De Franse wetenschappers Denis Diderot en Jean d'Alembert stelden hiertoe een Encyclopedie samen, waarin honderden deskundigen een groot deel van de toen beschikbare kennis en ideeen beschreven. 

Opschrijven: 
De meeste verlichte denkers vonden dat onderwijs mensen zou helpen om zelf na te denken en dat mensen in opstand kwamen tegen de adel en geestelijkheid. 


Slide 19 - Slide

Denis Diderot
Encyclopedie:
Verzameling van werk van wetenschappers en filosofen.

Slide 20 - Slide

Theorie

De boeken werden ruim verspreid en hadden veel invloed op het denken van de burgerij in Europa. Niet iedereen was even gelukkig met de inhoud van de Encyclopedie. Veel edelen en geestelijken voelden zich door de inhoud aangevallen. 

Opschrijven:
De Encyclopedie bevat veel kritiek op de adel en op de geestelijkheid (kerk). 



Slide 21 - Slide

Theorie

De verlichte ideeen drongen soms ook door tot koningen en vorsten. De meeste van hen hielden vast aan het absolutisme (?). Dit was samen met de standenmaatschappij de regeringsvorm van het ancien regime
                                
                          Koning aan de macht (absolutisme)
                                                         -
                                    de Standenmaatschappij
                 (Adel, geestelijkheid en de rest van de bevolking)
                                                         







Slide 22 - Slide

Theorie

Maar soms stelde een vorst zich wel open voor deze verlichte denkbeelden. Zo'n vorst regeerde dan vanuit verlicht absolutisme: de vorst heeft hier nog wel absolute macht in handen, maar probeert - zonder inspraak van het volk - nieuwe hervormingen door te voeren. 



Slide 23 - Slide

Frederik de Grote (Pruisen):
Wees droit divin af. Bevolking kreeg geloofsvrijheid en het onderwijs werd verbeterd. 
Catharina de Grote (Rusland):
Liet een nieuwe grondwet schrijven. Adel had hierin zelfde rechten en plichten. Niet gelukt. 

Slide 24 - Slide


Slide 25 - Open question


Slide 26 - Open question