This lesson contains 23 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.
Lesson duration is: 45 min
Items in this lesson
Slide 1 - Video
Leerdoelen H6 Anticonceptie
Je kunt 8 voorbehoedsmiddelen noemen en uitleggen hoe ze gebruikt moeten worden.
Je kunt over deze voorbehoedsmiddelen zeggen of ze wel of niet beschermen tegen een soa.
Je kunt van verschillende methoden die men gebruikt om zwangerschap te voorkomen uitleggen hoe betrouwbaar ze zijn.
Je kunt uitleggen wat iemand kan doen, die per ongeluk onbeschermd heeft gevreeën of waarbij het condoom is geknapt.
Je kunt het verschil tussen sterilisatie en castratie uitleggen.
Slide 2 - Slide
Anticonceptie
Anticonceptie = zwangerschap voorkomen
Een goed voorbehoedsmiddel voldoet aan drie eisen:
het voorkomt zwangerschap
het is makkelijk in gebruik
het is niet schadelijk voor de gezondheid
Slide 3 - Slide
Welke voorbehoedsmiddelen ken je?
Slide 4 - Mind map
Onbetrouwbaar
Periodieke onthouding
Vrouw houdt haar menstruatiecyclus bij
Geen seks in vruchtbare periode
Coïtus interuptus (voor het zingen de kerk uit)
Tijdens de seks let de man goed op
Vlak voor het orgasme, haalt hij penis uit de vagina
Komt klaar 'buiten' de vrouw
Slide 5 - Slide
Korte werking
Condoom♂ en vrouwencondoom♀
Alleen tijdens de seks, daarna weggooien
Houdt zaadcellen tegen
Erg betrouwbaar tegen zwangerschap & SOA's
De pil
Elke dag, drie weken lang 1 pil slikken
Stopt ovulatie, beschermt NIET tegen SOA's
4e week = stopweek, komt menstruatie
Erg betrouw tegen zwangerschap, mits elke dag geslikt.
Slide 6 - Slide
Gemiddelde werking
Nuvaring
Ingebracht in vagina, blijft 3 weken zitten
Stopt ovulatie
Erg betrouwbaar tegen zwangerschap
Prikpil
Elke drie maanden een prik/injectie
Stopt ovulatie
Erg betrouwbaar tegen zwangerschap
Nadeel: Kan tot 2 jaar duren voor ovulatie weer begint
Slide 7 - Slide
Lange werking
Spiraaltje
Dokter plaats spiraaltje in baarmoeder
Doodt zaadcellen, voorkomt innesteling
Blijft 1 tot 5 jaar zitten
Betrouwbaar tegen zwangerschap
Nadeel: aan begin, kan irritatie veroorzaken
Slide 8 - Slide
Definitief
Sterilisatie
Dokter onderbreekt zaadleiders/eileiders en maakt ze dicht
Zaadcellen/eicellen kunnen niet meer door deze leiders
Teelballen/eierstokken blijven wel zitten en werken
Man blijft nog steeds vocht produceren bij klaarkomen
Voordeel: nooit meer kans op zwangerschap
Nadeel: Definitief, kan niet worden teruggedraaid
Slide 9 - Slide
Toch zwanger
2 manieren van afbreken zwangerschap:
Morning-after-pil
Kort na de seks slikken (beste binnen 12 uur, tot uiterlijk 72 uur na)
Verkrijgbaar bij apotheek en drogist
Bevat veel hormonen die bevruchting afbreken, te vaak slikken is gevaarlijk
Door misselijkheid is het mogelijk dat de pil word uitgebraakt
Abortus
Er zijn 3 soorten abortus, afhankelijk van de hoeveelheid tijd tussen bevruchting en ingreep
Slide 10 - Slide
Abortus
Abortuspil
tot 7e week
Vaak niet mogelijk vanwege medische redenen
Zuigcurretage
tot 13e week
Baardmoederslijmvlies en embryo worden uit baarmoeder gezogen
Late abortus
tot 23e week
Zware ingreep/operatie waarbij embryo wordt verwijdert
Eerst een gesprek met arts nodig, daarna verplicht 5 dagen bedenktijd
Slide 11 - Slide
Welke voorbehoedsmiddelen werken met hormonen? (meerdere goed)
A
Condoom
B
Pil
C
Nuvaring
D
Spiraaltje
Slide 12 - Quiz
Wat is een ander woord voor voorbehoedsmiddelen?
A
antiperistaltiek
B
anticonceptie
C
antibiotica
D
antidepressiva
Slide 13 - Quiz
Met welke voorbehoedsmiddelen kun je een SOA voorkomen? (meerdere goed)
A
De Pil
B
Het condoom
C
Het vrouwencondoom
D
Het Spiraaltje
Slide 14 - Quiz
Welke van de onderstaande voorbehoedsmiddelen of methoden van geboorteregeling is het minst betrouwbaar om zwangerschap te voorkomen?
A
coïtus interruptus
B
de anticonceptiepil
C
geen geslachtsgemeenschap hebben
D
het condoom
Slide 15 - Quiz
Drie voorbehoedsmiddelen zijn de pil, het condoom en de NuvaRing. Bij welke van deze voorbehoedsmiddelen berust de werking op het voorkomen van ovulatie?
A
Bij de pil
B
Bij de pil en condoom
C
Bij de pil en de NuvaRing
D
Bij alle drie
Slide 16 - Quiz
Wat is GEEN reden voor mensen in arme landen om veel kinderen te krijgen?
A
Kinderen kunnen voor je zorgen als je oud bent
B
Kinderen kunnen dan een goede opleiding volgen
C
Kinderen kunnen meewerken, zodat je meer verdient
D
Er is weinig voorlichting over voorbehoedsmiddelen
Slide 17 - Quiz
Is een condoom een veilige methode van anticonceptie?
A
Ja
B
Nee
Slide 18 - Quiz
Juist of onjuist? De eerste keer geslachtsgemeenschap hoef je geen condoom of anticonceptie te gebruiken
A
Juist
B
Onjuist
Slide 19 - Quiz
Hoe kun je een SOA voorkomen?
A
Met de anticonceptie pil.
B
Goed wassen na de seks.
C
Door het slikken van antibiotica.
D
Door een condoom te gebruiken tijdens het vrijen.
Slide 20 - Quiz
Welk type voorbehoedsmiddel is hier weergegeven?
A
hormoonspiraaltje
B
sterilisatie
C
vrouwencondoom
D
Slide 21 - Quiz
Wat gebeurt er bij sterilisatie van de vrouw?
A
De eierstokken worden onderbroken.
B
De eileiders worden onderbroken.
C
De urineleiders worden onderbroken.
D
De eierstokken worden verwijderd.
Slide 22 - Quiz
Wat is waar over sterilisatie?
A
Ingreep is minder ernstig bij mannen dan bij vrouwen .