Les 3 H7 (paragraaf 4 + herh 1,2 en 3)

Les 3 H7
Paragraaf 7.4
1 / 22
next
Slide 1: Slide
NatuurkundeMiddelbare schoolmavoLeerjaar 4

This lesson contains 22 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 80 min

Items in this lesson

Les 3 H7
Paragraaf 7.4

Slide 1 - Slide

Deze les
Bij deze les:
Vragen over kennis H7.
Practicum dichtheid.
Opdrachten dichtheid oefenen. 
Bespreken opdracht dichtheid. 

Slide 2 - Slide

Leerdoelen deze les:
7.4.1 Je kunt toepassingen van materialen beschrijven, waarbij dichtheid een grote rol speelt.
7.4.2 Je kunt met proeven de massa en het volume bepalen van vaste stoffen en vloeistoffen.
7.4.3 Je kunt berekeningen uitvoeren met dichtheid, massa en volume.
7.4.4 Je kunt uitleggen waarom sommige materialen geen vaste, kenmerkende dichtheid hebben.
7.4.5 Je kunt op basis van de dichtheid uitleggen wanneer een voorwerpt zinkt, zweeft of drijft.

Slide 3 - Slide

is temperatuur een stofeigenschap?
A
Ja
B
Nee

Slide 4 - Quiz

Wat betekend verspaanbaar?

Slide 5 - Open question

halffabricaat
productieproces
grondstof
recyclen
Onbewerkt, ruw materiaal dat aan de basis staat van een productieproces.
Reeks stappen waarin een grondstof wordt bewerkt tot een eindproduct.
Bewerkte grondstof die geschikt is om eindproducten van te maken. (tussenstof)
Hergebruiken van materialen in nieuwe producten 

Slide 6 - Drag question


Wat voor soort afval is dit?
A
GFT
B
PMD
C
KCA
D
Rest

Slide 7 - Quiz

tot welke groep afval wordt een lege pen gerekend?
A
KCA
B
GFT
C
Overig/rest
D
PMD

Slide 8 - Quiz

Wat moet je nooit bij het overige afval gooien?
A
Batterijen
B
Bestrijdingsmiddelen
C
Medicijnen
D
Al deze stoffen

Slide 9 - Quiz

welk afval MOET je bij de milieustraat inleveren.
A
klein chemisch afval
B
groente en fruit
C
oud papier
D
plastic flessen

Slide 10 - Quiz

Welk soort afval is de spaarlamp (gebruik je Binas)
A
GFT
B
Glas
C
Blik
D
KCA

Slide 11 - Quiz

Er zijn twee grootheden nodig voor het berekenen van de dichtheid.
Weet je welke dat zijn?
A
lengte en breedte
B
massa en volume
C
massa en gewicht
D
massa en lengte

Slide 12 - Quiz

Hoe bereken je de dichtheid van een voorwerp?
A
dichtheid = massa x volume
B
dichtheid = massa : volume
C
dichtheid = volume : massa
D
dichtheid = eindstand - beginstand

Slide 13 - Quiz

Massa bepaal je met een..................... .
A
liniaal
B
geodriehoek
C
weegschaal
D
maatcilinder

Slide 14 - Quiz

Volume kun je bepalen met een................
A
liniaal
B
geodriehoek
C
weegschaal
D
maatcilinder

Slide 15 - Quiz

Een steen wordt ondergedompeld in water.
Beginstand: 15 mL.
Eindstand: 24 mL
Wat is het volume van de steen?
A
10 cm3
B
14 cm3
C
9 cm3
D
11 cm3

Slide 16 - Quiz

De massa van een voorwerp is 10 g.
Het volume is 5 cm3.
Wat is de dichtheid?
A
5 : 10 = 0,5 g/cm3
B
10 : 5 = 2 g/cm3
C
5 x 10 = 50 g/cm3

Slide 17 - Quiz

De massa van een voorwerp is 5 g.
Het volume is 10 cm3.
Wat is de dichtheid?
A
5 : 10 = 0,5 g/cm3
B
10 : 5 = 2 g/cm3
C
5 x 10 = 50 g/cm3

Slide 18 - Quiz

Leg uit waarom het ene blikje
cola zinkt en het andere drijft

Slide 19 - Open question

Practicum dichtheid
1 iPad per tweetal. Ieder eigen schrift:
Open proef 1 van hoofdstuk 7 op de digitale lesmethode. 
Volg de instructies.
Werk de antwoorden uit in je schrift. 
Klaar? Leg alles terug waar je het gepakt hebt.

Ga eventueel vast aan de slag met opg 1,2,5 en 8.
timer
30:00

Slide 20 - Slide

Maken opdrachten
Maak 7.4 opg 1,2,5 en 8
Klaar? Begin vast met je huiswerk. 

Slide 21 - Slide

Bespreken opdracht 5

Slide 22 - Slide