T3 scheikunde H3

• Scheikunde
• Middelbare school
• vmbo t
• Leerjaar 3

H3 Mengsels scheiden

• Boek A
•  Toetsing met een P.O.

H3.1 Soorten mengsels

H3.1 Soorten mengsels

H3.1 Soorten mengsels

Als je de zuivere stoffen uit mengsels wilt halen, moet je op zoek naar verschillen in

stofeigenschappen tussen die gemengde stoffen.

H3.1 Soorten mengsels

• Lees H3.1
• Maak opgave 1-2-3 

H3.1 Soorten mengsels

• Klassikaal opgave 9 + 10
• Zelf maken opgave 4 + 6 + 7 + 8
• Klaar: Ga verder met Test Jezelf

H3.2 Samenstelling en Concentratie

Op een pak appelsap staat dat er 11 g suiker in 100 mL is opgelost. In een normaal drinkglas schenk je meestal 250 mL. Hoeveel suiker drink je dan? 

2 Manieren om dit uit te rekenen:

1. Formules

2. Verhoudingstabel

H3.2 Samenstelling en Concentratie

Verhoudingstabel

H3.2 Samenstelling en Concentratie

Als je het gehalte van een vaste stof in een vast mengsel wilt bepalen, gebruik je meestal het massapercentage (massa%).

Op het etiket van melkchocolade staat bijvoorbeeld dat er 49 g suiker in 100 g chocolade

 zit. Het suikergehalte is

dan 49 massa%.

H3.2 Samenstelling en Concentratie

Als je het gehalte van een vaste stof in een vast mengsel wilt bepalen, gebruik je meestal het massapercentage (massa%).

H3.2 Samenstelling en Concentratie

In het dagelijks leven gebruik je voor het gehalte in vloeibare en gasvormige mengsels meestal het volumepercentage (vol.%).

H3.2 Samenstelling en Concentratie

In het dagelijks leven gebruik je voor het gehalte in vloeibare en gasvormige mengsels meestal het volumepercentage (vol.%).

H3.2 Samenstelling en Concentratie

- Maak opgave 2 blz. 147 met en de formule manier als met een verhoudingstabel.

H3.2 Samenstelling en Concentratie

Maak nu van H3.2 opgave 3-4-5-6 (= huiswerk volgende les)

H3.2 Samenstelling en Concentratie

H3.2 Samenstelling en Concentratie

Maak nu van H3.2 opgave 3-4-5-6 (= huiswerk vorige les)

Gegevens:

Gevraagd:

Uitwerking:

H3.2 Samenstelling en Concentratie

Maak nu van H3.2 opgave 7-8-9-10 (= huiswerk volgende les)

Let op, gebruik!

Gegevens:

Gevraagd:

Uitwerking: