3H/T - hoorcollege 1.1 tm 1.4

3H/T - Hoorcollege

1.1 t/m 1.4


1
1 / 35
next
Slide 1: Slide
GeschiedenisMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

This lesson contains 35 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

3H/T - Hoorcollege

1.1 t/m 1.4


1

Slide 1 - Slide

Historische vaardigheden (blz. 190)
  • Betrouwbaarheid van bronnen
  • Bruikbare bronnen
  • Continuïteit en verandering
  • Feit en mening
  • Gebondenheid aan tijd en plaats
  • Motieven
  • Oorzaken en aanleiding
  • Representativiteit van bronnen 
  • Soorten oorzaken en soorten gevolgen 
2

Slide 2 - Slide

woorden bij 1.1     Willem I
vorst - benoemen - grondwet - grondgebied  
constitutie - eenheidsstaat - monarchie  
financien - absolute macht - staatskas  
volksvertegenwoordigers - privileges - gecentraliseerd industrialisatie - onafhankelijkheidsstrijd
3

Slide 3 - Slide

1813: Monarchie


  • Nederland geen Republiek meer maar land met een koning

4

Slide 4 - Slide

5

Slide 5 - Slide

Koning Willem I

6

Slide 6 - Slide

Nederland
  • Koning Willem I - (NL-BEL-LUX).
  • Economie

 

7

Slide 7 - Slide

grondwet 1815
1. Macht koning (Willem I) bleef zeer groot:
- kon ministers benoemen en ontslaan
-ministers moesten aan hem verantwoording afleggen
- kon begrotingen indienen voor een periode van 10 jaar
- Koninklijke Besluiten (geen goedkeuring parlement nodig)
2. Macht 1e kamer (koning benoemd)en 2e Kamer (getrapt gekozen) erg klein.
8

Slide 8 - Slide


Belgische Revolutie - 1830
1839 onafhankelijk




9

Slide 9 - Slide

Nederland industrialiseert ...
  • Vanaf 1870 steeds meer fabrieken

 

10

Slide 10 - Slide

   Infrastructuur


11

Slide 11 - Slide

1.2
12

Slide 12 - Slide

Woorden bij 1.2
Kolonie - Inlanders -  Winst - VOC - Plantloon - Imperialisme - Revolutie - Baten - Infrastructuur - Inheemsen
13

Slide 13 - Slide

Het 'arme' Nederland


  • Nederlandse vloot ouderwets
  • Java-oorlogen (1825-1830)
14

Slide 14 - Slide

Het cultuurstelsel
 (1830-1870)
  • Doel voor Indië en voor Nederland?


15

Slide 15 - Slide

Hoe werkt het cultuurstelsel? (1)

  • koffie, thee en indigo (cultures)

  • Plantloon
  • Herendiensten

16

Slide 16 - Slide

Hoe werkt het cultuurstelsel? (2)


  • Regenten krijgen cultuurprocenten

17

Slide 17 - Slide

Bestuur tijdens het cultuurstelsel
  • Inlands bestuur en Binnenlands bestuur


  • bestuur met Nederlandse ambtenaren van de NHM (Nederlandsche Handelsmaatschappij)
Gouverneur-Generaal
Gouverneur
Resident
Binnenlands bestuur
Assistent-resident
Regent
Inlands bestuur
Districtshoofd
Onderdistrictshoofd
Dorpshoofd
Verdeelt het werk en betaalt het plantloon uit
Hoogste ambtenaar in Nederlands-Indië
Hoofd van een provincie
Controleur
Javaanse vorsten
18

Slide 18 - Slide

Mindmap - cultuurstelsel
19

Slide 19 - Slide



Gevolgen voor Nederland



  • Het batig slot
20

Slide 20 - Slide

Positieve en negatieve gevolgen voor Java
  • Geldeconomie
  • Infrastructuur


  • Uitbuiting
  • Herendiensten
  • Plantloon
  • Beste land
  • Hongersnoden
21

Slide 21 - Slide

Liberalen in Nederland aan de macht (1848) - kritiek op cultuurstelsel
  • Uitvoerder Cultuurstelsel 

  • Economische vrijheid
  • Persoonlijke vrijheid

  • Particuliere ondernemers
22

Slide 22 - Slide

1.2 - verdieping
23

Slide 23 - Slide

Max Havelaar
  • Multatuli 
  • Protest
24

Slide 24 - Slide

1.3
25

Slide 25 - Slide

woordenlijst 1.3
kapitaal - specialisaties - export - kapitaalintensief - massaproductie - nijverheid - marktpositie - transitohandel - stapelmarkt - doorvoerhandel - industrieën 
26

Slide 26 - Slide


Verandering in de landbouw 


  • Specialisaties 
  • tweedeling in Nederland
  •  1850 --> export 
27

Slide 27 - Slide

Nederlandse nijverheid (1800-1850)

  • Gericht op binnenlandse markt. 
  • Moderniseren?
28

Slide 28 - Slide

van stapelmarkt naar transitohandel 
  • Stapelmarkt
  • Transitohandel
29

Slide 29 - Slide

1.4
30

Slide 30 - Slide

Woordenlijst 1.4
Nijverheid - industrie - erbarmelijk - publicaties - misstanden - halfslachtig - welgestelden - publicaties - huisvesting
31

Slide 31 - Slide

Wat is de Sociale Kwestie? (1)


  • De slechte woon- en werkomstandigheden van de arbeiders

  • Eind 19e eeuw.

32

Slide 32 - Slide


Wat is de Sociale Kwestie? (2)

  • Rijken blijven aan de macht. Hoe?
33

Slide 33 - Slide

Wie helpt de arbeiders? (1)
  • Staken

  • Vakbonden


  • Socialisten
34

Slide 34 - Slide


Langzaam verbetering

  • Sociale wetten vanaf 1874

35

Slide 35 - Slide