Oefentoets 3-kader Hoofdstuk 3: Formules en Grafieken

Oefentoets Hoofdstuk 1
Formules en grafieken.

Gebruik een rekenmachine en kladpapier
1 / 22
next
Slide 1: Slide
WiskundeMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 3

This lesson contains 22 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Oefentoets Hoofdstuk 1
Formules en grafieken.

Gebruik een rekenmachine en kladpapier

Slide 1 - Slide

Welke grafiek heeft
een constante daling?
A
a
B
b
C
c
D
d

Slide 2 - Quiz

Welke grafieken zijn een
vloeiende kromme?
(er zijn meer antwoorden goed)
A
F
B
D
C
B
D
E

Slide 3 - Quiz

Hoe noem je
grafieken A en C?

Slide 4 - Open question

Jasper verdient als vakkenvuller €4,80 per uur.

Kan hiervoor een lineaire grafiek getekend worden?

A
ja
B
nee

Slide 5 - Quiz

Het aantal mensen besmet met een virus verdubbelt elke dag.

Kan hiervoor een lineaire grafiek worden getekend?
A
ja
B
nee

Slide 6 - Quiz

Debbie heeft een plant gekocht van 10 cm.
De plant groeit daarna elke dag 0,2 cm

Kan hiervoor een lineaire grafiek worden getekend?
A
ja
B
nee

Slide 7 - Quiz

Een loodgieter gebruikt de formule
K= 20 + 15t
K = kosten en t = tijd in uren

Wat zijn de voorrijkosten van de loodgieter?
A
K
B
20
C
15
D
t

Slide 8 - Quiz

Een loodgieter gebruikt de formule
K= 20 + 15t
K = kosten en t = tijd in uren

Wat verdient hij per uur?
A
K
B
20
C
15
D
t

Slide 9 - Quiz

Een loodgieter gebruikt de formule
K= 20 + 15t
K = kosten en t = tijd in uren

Wat is het minimum van de grafiek
als we van deze formule een lineaire grafiek maken.
A
105
B
15
C
57
D
20

Slide 10 - Quiz

Een loodgieter gebruikt de formule
K= 20 + 15t
K = kosten en t = tijd in uren

Hoeveel verdient de loodgieter na 8 uur werken?
A
€120
B
€140
C
€280
D
€308

Slide 11 - Quiz

Mike heeft een laptop gekocht
Daarbij hoort de formule:
B = 3200 - 160t

Hoeveel kostte de laptop?
A
160
B
3040
C
3200
D
Dat staat er niet bij

Slide 12 - Quiz

Mike heeft een laptop gekocht
Daarbij hoort de formule:
B = 3200 - 160t

Hoeveel moet hij nog betalen na 20 maanden? (t=20)
A
€0
B
€60.800
C
€1000
D
De helft

Slide 13 - Quiz

Bereken de RC van elke tabel sleep het antwoord naar de tabel
2
5
geen RC
3

Slide 14 - Drag question

Appie wil leren boxen
Hij heeft de keuze uit 2 sportscholen. 



Schrijf de formule op van beide sportscholen 
(doe dat op je kladblaadje, 
bij de volgende dia kan je de formules invullen)

Slide 15 - Slide

Schrijf de formules van de sportscholen op.

Slide 16 - Open question

Kijk naar de grafiek 
L = bedrag in €
t = tijd in uren 

Schrijf de formule van de grafiek op 
(doe dat op je kladpapier
bij de volgende dia kan je het 
antwoord invullen) 

Slide 17 - Slide

Schrijf de formule van de grafiek op

Slide 18 - Open question

Welke grafieken hebben
hetzelfde begingetal?
A
1 en 2
B
2 en 3
C
1 en 3

Slide 19 - Quiz

Een grafiek loopt evenwijdig
aan grafiek 2 en loopt door
het punt (0,-20)
schrijf de formule op van deze grafiek

(Doe dit op een kladpapier, 
bij de volgende dia kan 
het antwoord worden ingevuld.

Slide 20 - Slide

Schrijf de formule op

Slide 21 - Open question

Einde Oefentoets 

vergeet niet de toets op de juiste manier af te sluiten. 

Slide 22 - Slide