Les 23-10

timer
15:00
1 / 19
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 1

This lesson contains 19 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 80 min

Items in this lesson

timer
15:00

Slide 1 - Slide

  • Materiaalcheck
  • Lesdoelen
  • Formatieve toets
  • Extra uitleg of zelfstandig oefenen
  • Zelfstandig werken

Slide 2 - Slide

  • Je kunt werkwoorden op de juiste manier spellen

Slide 3 - Slide

Materiaalcheck
Leg de volgende dingen op je tafel:
Je boek voor Nederlands (nieuw Nederlands)
Laptop
Minimaal 2 pennen
Schrift voor Nederlands
Leesboek of tijdschrift


Slide 4 - Slide

Gouden regels
  • Niet roepen door de klas, je steekt je hand op als je iets wil zeggen
  • Je behandelt elkaar met respect, je bent vriendelijk voor elkaar
  • Tijdens de les ben je bezig met het vak Nederlands, niet met andere dingen bijvoorbeeld op je laptop

Slide 5 - Slide

Wat verwacht ik van jullie
  • Respect
  • Veiligheid
  • Vriendelijkheid
  • Discipline

Slide 6 - Slide

Formatieve toets
Je maakt de toets zo serieus mogelijk
De toets bepaalt wat jij vandaag en donderdag gaat doen

Slide 7 - Slide


We werken online
Spelling paragraaf 13 en 14

Leerlingen die ik op het bord schrijf, werken samen met mij.

Slide 8 - Slide

Werkwoordspelling
   Werkwoordspelling
    

Slide 9 - Slide

Slide 10 - Slide

Slide 11 - Slide



Haal van het hele werkwoord -en af (je houdt dan de stam over).
Zit de laatste letter in 'T SeXy FoKSCHaaP?
Ja! Schrijf het voltooid deelwoord met een T aan het eind
Nee! Schrijf het voltooid deelwoord met een D aan het eind

Slide 12 - Slide

bereiden

bereiden -en = bereid
Zit de laatste letter in 
't sexy fokschaap?
Nee, dus:
ik-vorm + de(n)
(ik) bereidde / (wij) bereidden
barsten

barsten -en = barst
Zit de laatste letter in 
't sexy fokschaap?
Ja, dus:
ik-vorm + te(n)
(ik) barstte / (wij) barstten

Slide 13 - Slide

Slide 14 - Video

Voltooid deelwoord(vdw)
- Het voltooid deelwoord is een werkwoordsvorm.
- Het voltooid deelwoord geeft aan dat iets is afgelopen 
   (voltooid).
- In een zin met een voltooid deelwoord staat altijd een vorm 
   van hebben, zijn of worden.
- Het voltooid deelwoord heeft soms een voorvoegsel: ge-, be-, ver- enz. Let op met werkwoorden als: beademen, bewegen, enz.

Slide 15 - Slide

Verlengproef
Als een woord géén persoonsvorm is, gebruik je de verlengproef om te weten of het woord op een -t of een -d eindigt.
bv. voltooid deelwoord: Ik heb dat verhaal aan jou verteld. (vertelde=geen persoonsvorm-dus verteld met d)
bv. Hij wordt straks opgehaal...
opgehaalde dus opgehaald

Slide 16 - Slide

Wat heb je geleerd deze les?

Slide 17 - Open question

Aan welke waarde ga je vandaag werken en hoe ga je dat doen?

Slide 18 - Open question

Paragraaf 13  en 14

Slide 19 - Slide