TC A2 Thema 6 Woordenschat

Thema 6.1
Op zoek naar werk
1 / 19
next
Slide 1: Slide
NT2MBOStudiejaar 1

This lesson contains 19 slides, with interactive quiz and text slides.

Items in this lesson

Thema 6.1
Op zoek naar werk

Slide 1 - Slide

de vacature
de vacatures



een baan waarvoor iemand wordt gezocht 

Ze keek in de krant of er nog leuke vacatures waren.


Slide 2 - Slide

actief


als je actief bent, doe je veel

Jean is actief op zoek naar werk. Hij zoekt elke dag naar vacatures.

tegenstelling: passief

Slide 3 - Slide

het netwerk



alle mensen die je kent:
vrienden, familie, kennissen

Ik ga een cursus doen. Zo kan ik mijn netwerk groter maken.

Slide 4 - Slide

solliciteren
proberen om een bepaalde baan te krijgen, bijv. door een brief te schrijven

Als je werk zoekt, moet je solliciteren op vacatures.


Slide 5 - Slide

de werkgever


iemand voor wie je werkt

Ik heb een fijne werkgever. Hij betaalt mij een goed salaris


tegenstelling:  de werknemer

Slide 6 - Slide

de functie


de taken die horen bij je baan

Trix heeft een administratieve functie binnen ons bedrijf.

Slide 7 - Slide

de persoon


de mens

Hoeveel personen passen er in die auto?

Slide 8 - Slide

de kennis
de kennissen



mensen die je een beetje kent

Ik heb een paar kennissen uitgenodigd voor het eten.

Slide 9 - Slide

het voordeel


Iets wat fijn of goed is

Een voordeel van de zomer is dat het niet zo koud is.


tegenstelling:  het nadeel

Slide 10 - Slide

de werknemer


Iemand die voor een baas werkt
Er is een vacature in de supermarkt. Ze zoeken een nieuwe werknemer.

tegenstelling: de werkgever

Slide 11 - Slide

tijdelijk


voor een korte periode

Johan heeft in de zomer een tijdelijke baan bij het zwembad. 

Slide 12 - Slide

het contract


het papier met afspraken

Hij heeft een nieuw contract bij een andere werkgever.

Slide 13 - Slide

het nadeel


Iets wat niet fijn of goed is

Hij spreekt slecht Engels en dat is een nadeel in zijn werk als hotelmanager.

tegenstelling:  het voordeel

Slide 14 - Slide

de sollicitatiebrief



een brief waarmee je een baan probeert te krijgen

Hij heeft al tien sollicitatiebrieven geschreven, maar hij heeft nog geen baan.

tegenstelling:  het voordeel

Slide 15 - Slide

bewaren


Niet weggooien. Houden om later te gebruiken

Veel bedrijven bewaren open sollicitaties. Als er later een vacature is, kijken ze eerst naar die sollicitatiebrieven.


Slide 16 - Slide

Interesse hebben (in)



Interessant vinden, meer over iets willen weten

Mijn zoon heeft helemaal geen interesse in voetbal. Hij vindt er niets aan.


Slide 17 - Slide

Thema 6.1
Woorden oefenen

Slide 18 - Slide

de werkgever
een persoon
tijdeljk
interesse hebben in
een contract
iemand
interessant vinden
voor een korte periode
een papier met afspraken
de baas

Slide 19 - Drag question