2-kgt toets thema 6 Ecologie en duurzaamheid BVJ MAX 22/23 LB

• Biologie
• Middelbare school
• vmbo k, g, t
• Leerjaar 2

thema 6 Ecologie en duurzaamheid 2 kgt

juist/onjuist vragen

1. Een regenbui is een abiotische factor.

1. juist
2. onjuist

2. Een van de oorzaken van de milieuproblemen is dat het aantal soorten planten en dieren afneemt.

1. juist
2. onjuist

3. De mens is van het milieu afhankelijk, onder andere doordat het milieu grondstoffen en zuurstof levert.

1. juist
2. onjuist

4. Bij parasitisme heeft de gastheer voordeel van de relatie met de parasiet.

1. juist
2. onjuist

5. Populaties maken deel uit van een ecosysteem.

1. juist
2. onjuist

6. Niet méér stoffen uit het milieu halen dan het milieu kan aanvullen is een vorm van duurzaam omgaan met het milieu.

1. juist
2. onjuist

7. Een edelhert behoort tot de consumenten.

1. juist
2. onjuist

Twee roodborstmannetjes strijden om een partner.

8. Dit is een voorbeeld van samenwerking.

1. juist
2. onjuist

9. Een roodborstje bouwt een nest in een boom. Voor een roodborstje is nestgelegenheid een biotische factor.

1. juist
2. onjuist

10. Als wolven de grens tussen Duitsland en Nederland oversteken, is dat een vorm van herintroductie.

1. juist
2. onjuist

11. Een alleseter is een dier dat alle soorten planten in zijn gebied eet.

1. juist
2. onjuist

12. Bacteriën en schimmels zijn reducenten.

1. juist
2. onjuist

13. De mens gebruikt aardolie uit het milieu als grondstof.

1. juist
2. onjuist

14. Bij precisielandbouw wordt precies de hoeveelheid gewas verbouwd die nodig is.

1. juist
2. onjuist

15. Zonder het broeikaseffect zou de temperatuur op aarde 30 graden hoger zijn.

1. juist
2. onjuist

meerkeuzevragen

Kijk naar de afbeelding en lees de tekst op de vorige bladzijde.

16. Welke van de volgende dieren kan in schakel 3 thuishoren?

1. een garnaal
2. een kaaimankrokodil
3. een waterkever

Kijk opnieuw naar de afbeelding en de tekst.
Kikkervisjes eten alleen de organismen die in schakel 1 thuishoren.

17. Tot welke groep horen de kikkervisjes dus?

1. tot de alleseters
2. tot de planteneters
3. tot de vleeseters

Hieronder staan 3 beweringen over klimaatverandering.
1. Door de stijging van de temperatuur op aarde ontstaat een klimaatverandering.
2. Door klimaatverandering stijgt de zeespiegel.
3. Door klimaatverandering worden de woestijnen groter.

18. Welke van deze beweringen is, of zijn juist?

1. alleen de beweringen 1 en 2
2. alleen de beweringen 1 en 3
3. alleen de beweringen 2 en 3
4. de beweringen 1, 2 en 3

De temperatuur van het zeewater is al jaren aan het stijgen.

19. Wat kan een oorzaak zijn voor de stijging van de temperatuur van het zeewater?

1. Een stijging van de zeewaterspiegel in de oceanen.
2. Een toename van de hoeveelheid koolstofdioxide in de atmosfeer.
3. Een toename van het gebruik van duurzame energie.

Aan vier leerlingen wordt gevraagd een voorbeeld te noemen van een ecosysteem.
Leerling 1: alle abiotische factoren in een gebied.
Leerling 2: alle dieren die in Nederland leven, in samenhang met de plantengroei.
Leerling 3: alle eekhoorns in een loofbos, in samenhang met de bomen.
Leerling 4: alle organismen die in een bepaald meertje leven, in samenhang met de abiotische factoren.

20. Welke leerling geeft een juist voorbeeld van een ecosysteem?

1. leerling 1
2. leerling 2
3. leerling 3
4. leerling 4

In ons land wordt elk jaar zo'n 4,3 miljoen ton huishoudelijk afval geproduceerd.
Het afval kan in 5 groepen worden ingedeeld:
1. groente-, fruit- en tuinafval
2. glas
3. plastic
4. metaal
5. papier

21. Welke van deze groepen afval is, of zijn biologisch afbreekbaar?

1. alleen 1
2. alleen 1 en 5
3. alleen 1, 4 en 5
4. alleen 2, 3 en 5

22. Hoe wordt de verzameling van alle organismen in een vijver genoemd?

1. een ecosysteem
2. een levensgemeenschap
3. een populatie

23. Welke van de volgende groepen organismen is een voorbeeld van een populatie?

1. alle insecten in een bos
2. alle madeliefjes in een weiland
3. de begroeiing op een heideveld
4. een paard met een veulen in een weiland

open vragen

Lees de tekst op de vorige bladzijde. In de tekst worden verschillende organismen genoemd die deel uitmaken van een voedselweb. Dit voedselweb bestaat uit een aantal voedselketens.

24. Schrijf een voedselketen op met drie organismen die in de tekst worden genoemd.

25. Leg uit dat het gebruik van plastic niet milieuvriendelijk is, ook al wordt het hergebruikt of gerecycled.

Emily-Jane gebruikt tasjes van bijenwasdoek (katoen, ingesmeerd met bijenwas) in plaats van plastic tasjes om bijvoorbeeld brood of groente te vervoeren.

26. Wat is het voordeel daarvan voor het milieu?

In het natuurgebied de Oostvaardersplassen leven veel edelherten en runderen. Stel dat men wolven invoert om het aantal edelherten en runderen te verminderen.
28. Welk effect heeft het invoeren van wolven op de plantengroei in de Oostvaardersplassen?

EINDE VAN DE TOETS