This lesson contains 24 slides, with interactive quizzes.
Lesson duration is: 30 min
Items in this lesson
Een regenbui is een abiotische factor
A
Waar
B
Niet waar
Slide 1 - Quiz
Een van de oorzaken van de milieuproblemen is dat het aantal soorten planten en dieren afneemt.
A
Waar
B
Niet waar
Slide 2 - Quiz
Populaties maken deel uit van een ecosysteem
A
Waar
B
Niet waar
Slide 3 - Quiz
Een edelhert (foto)behoort tot de consumenten
A
Waar
B
Niet waar
Slide 4 - Quiz
Niet méér stoffen uit het milieu halen dan het milieu kan aanvullen is een vorm van duurzaam omgaan met het milieu.
A
Waar
B
Niet waar
Slide 5 - Quiz
Een roodborstje bouwt een nest in een boom. Voor een roodborstje is nestgelegenheid een biotische factor.
A
Waar
B
Niet waar
Slide 6 - Quiz
Door milieuproblemen neemt de biodiversiteit toe.
A
Waar
B
Niet waar
Slide 7 - Quiz
Gft-afval is een voorbeeld van niet-biologisch afbreekbaar afval
A
Waar
B
Niet waar
Slide 8 - Quiz
Bacteriën EN schimmels zijn reducenten.
A
Waar
B
Niet waar
Slide 9 - Quiz
Zonder het broeikaseffect zou de temperatuur op aarde 30 °C hoger zijn.
A
Waar
B
Niet waar
Slide 10 - Quiz
Bekijk abeelding! Welk van de volgende dieren kan in schakel 3 thuishoren?
A
Een garnaal
B
een kaaimankrokodil
C
een waterkever
Slide 11 - Quiz
Bekijk abeelding! Kikkervisjes eten alleen de organismen die in schakel 1 thuishoren. Tot welke groep behoren kikkervisjes dus?
A
Alleseters
B
Planteneters
C
Vleeseters
Slide 12 - Quiz
De temperatuur van het zeewater is al jaren aan het stijgen. Wat kan een oorzaak zijn voor de stijging van de temperatuur van het zeewater?
A
Een stijging van de zeewaterspiegel in de oceanen.
B
Een toename van de hoeveelheid koolstofdioxide in de atmosfeer.
C
Een toename van het gebruik van duurzame energie.
Slide 13 - Quiz
In ons land wordt elk jaar zo'n 4,3 miljoen ton huishoudelijk afval geproduceerd. Het afval kan in vijf groepen worden ingedeeld: 1: groente-, fruit- en tuinafval, 2: glas, 3: plastic, 4:metaal en 5: papier. Welke van deze groepen afval is, of zijn biologisch afbreekbaar?
A
Alleen 1
B
Alleen 1 en 5
C
Alleen 1, 4 en 5.
D
Alleen 2, 3 en 5.
Slide 14 - Quiz
Hoe wordt de verzameling van alle organismen in een vijver genoemd?
A
Een ecosysteem
B
Een levensgemeenschap
C
Een populatie
Slide 15 - Quiz
Bekijk afbeelding! Welk dier uit afbeelding 3 hoort bij de consumenten van de eerste orde?
A
Haas
B
Vos
C
Wezel
Slide 16 - Quiz
De overheid wil dat er meer windmolenparken worden gebouwd. De windmolens in die parken wekken elektriciteit op. Wat wil de overheid vooral bereiken met meer windmolenparken?
A
Vermindering van de concentratie koolstofdioxide in de lucht.
B
Vermindering van het aantal afvalbergen in Nederland.
C
Vermindering van het energiegebruik in Nederland.
Slide 17 - Quiz
Bekijk de afbeelding! Welk organisme in afbeelding 4 is een producent?
A
De paardenbloem
B
De wezel
C
Het konijn
Slide 18 - Quiz
Emily-Jane gebruikt tasjes van bijenwasdoek (katoen, ingesmeerd met bijenwas) in plaats van plastic tasjes om bijvoorbeeld brood of groente te vervoeren. Wat is het voordeel daarvan voor het milieu?
Slide 19 - Open question
In het natuurgebied de Oostvaardersplassen leven veel edelherten en runderen. Stel dat men wolven invoert om het aantal edelherten en runderen te verminderen. Welk effect heeft het invoeren van wolven op de plantengroei in de Oostvaardersplassen? Leg je antwoord uit.
Slide 20 - Open question
Wat is het verschil tussen het broeikaseffect en het versterkte broeikaseffect? (gebruik het begrip "broeikasgassen")
Slide 21 - Open question
Met wat voor organisme begint een voedselketen altijd? een afvaleter, reducent, producent of consument?
Slide 22 - Open question
Wat is fout aan deze kleine voedselketen?
Slide 23 - Open question
Bekijk de afbeelding! Noem een consument van de 3de orde + geef voedselketen.