5.6 Zwangerschap

THEMA 5
Relaties en seksualiteit
basisstof 5.6
1 / 33
next
Slide 1: Slide
Biologie / VerzorgingMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 2

This lesson contains 33 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.

Items in this lesson

THEMA 5
Relaties en seksualiteit
basisstof 5.6

Slide 1 - Slide

In deze les
Controle huiswerk + bespreken 5.5
Instructie basisstof 5.6: Zwangerschap
Huiswerk/maakwerk

TOETS is gepland op maandag 24 juni

Slide 2 - Slide

Vraag 1
Afbeelding 3

Slide 3 - Slide

Slide 4 - Slide

Slide 5 - Slide

Slide 6 - Slide

Slide 7 - Slide

Opdracht 7

Slide 8 - Slide

Basisstof 5.6

Slide 9 - Slide

Overtijd
Wanneer een vrouw zwanger is wordt ze niet meer ongesteld. 
Na de eerste dag waarop de menstruatie zou moeten plaatsvinden is ze overtijd.

Als je overtijd bent kun je bij de drogist een zwangerschapstest halen of bij de huisarts laten onderzoeken of je zwanger bent.

Slide 10 - Slide

Bevruchting 
In het volgende filmpje kun je zien hoe na de eisprong, de bevruchting in de eileider plaats vindt. 

Bij de bevruchting versmelt de kern van de zaadcel met de kern van de eicel.

Slide 11 - Slide

Slide 12 - Video

Innesteling
De eicel wordt bevrucht in de eileider, zie je in de afbeelding hiernaast. 

Daarna begint de bevruchte eicel zich te delen en wordt vervoerd naar de baarmoeder. 

Aan de binnenkant van de baarmoeder zit het baarmoederslijmvlies, waar het klompje cellen zich in vastzet

Dit noem je innesteling.

Slide 13 - Slide

Embryo (8 weken)
  • Het embryo is met de navelstreng  verbonden aan de placenta (moederkoek)

  • De embryo eet wat jij eet

  • Vruchtvliezen en vruchtwater beschermen het embryo

  • Na 8 weken noem je het ongeboren kindje een Foetus

Slide 14 - Slide

6 weken                   8 weken               12 weken
20 weken
Vruchtvliezen met daarin vruchtwater

Slide 15 - Slide

Contorle
verloskundige: Een verloskundige controleert of de zwangerschap goed gaat en helpt bij de bevalling.
         
gynaecoloog: Een gynaecoloog is een specialist voor vrouwen. Hij of zij helpt bij
moeilijke  zwangerschappen.

Slide 16 - Slide

Sommige aandoeningen kunnen tijdens de zwangerschap al ontdekt worden. De arts maakt dan gebruik van een prenataal onderzoek. 

Slide 17 - Slide

Erfelijk of aangeboren
Erfelijke ziekte of handicap
erf  je van je ouders



Aangeboren ziekte of handicap: 
Is niet erfelijk, maar wel vanaf de geboorte aanwezig

Slide 18 - Slide

Tweelingen
een-eiig: na bevruchting van de eicel splitst deze in 2 klompjes
twee-eiig: 2 apart bevruchte eicellen 
= genetisch hetzelfde 

= niet hetzelfde 

Slide 19 - Slide

In deze les
Controle huiswerk + bespreken 5.5
Instructie basisstof 5.6: Zwangerschap
Huiswerk/maakwerk, maak basisstof 5.6 vraag 1 t/m +8, vanaf bladzijde 52

TOETS is gepland op maandag 24 juni

Slide 20 - Slide

Indaling
Een paar weken voor de bevalling
zakt het hoofdje in de bekken van de 
moeder.

Slide 21 - Slide

De geboorte (bevalling)
De geboorte bestaat uit drie fasen:

1.  de ontsluiting
2. de uitdrijving
3. de nageboorte 

Slide 22 - Slide

Bevalling

Slide 23 - Slide

Nageboorte
Wat je nooit ziet op tv of in films: nadat het kindje geboren is beginnen er weer weeën te komen: de placenta moet nog geboren worden!
Op de afbeelding hiernaast zie je de placenta/moederkoek met daaraan nog de vruchtvliezen en navelstreng.


Slide 24 - Slide

Tweelingen
een-eiig: na bevruchting van de eicel splitst deze in 2 klompjes
twee-eiig: 2 apart bevruchte eicellen 
= genetisch hetzelfde 

= niet hetzelfde 

Slide 25 - Slide

Slide 26 - Video

Op welke dag van de menstruatiecyclus en een zwangerschap het grootste?
A
Dag 1
B
Dag 4
C
Dag 14
D
Dag 24

Slide 27 - Quiz

Secundaire geslachtskenmerken zijn bij de geboorte aanwezig
A
Waar
B
Niet waar

Slide 28 - Quiz

Primaire geslachtskenmerken zijn bij je geboorte aanwezig.
A
Waar
B
Niet Waar

Slide 29 - Quiz

In welke fase van de bevalling starten de weeën?
A
Uitdrijving
B
Ontsluiting
C
Nageboorte

Slide 30 - Quiz

Hoe heet de fase van de geboorte waarbij het kind naar buiten wordt geperst?
A
De navelstrengfase
B
De ontsluitingsfase
C
De placentafase
D
De uitdrijvingsfase

Slide 31 - Quiz

Waarmee eindigt een bevalling
A
uitdrijving
B
Nageboorte
C
Ontsluiting
D
Indaling

Slide 32 - Quiz

Huiswerk/Maakwerk
Maak 5.7 inclusief de test jezelf!

Toets is gepland op: ....................................

Slide 33 - Slide