mavo 1 §9.1

• Wiskunde
• Middelbare school
• vmbo t
• Leerjaar 1

H9 Formules

Voor deze les heb je een telefoon of tablet of ander 2e scherm nodig naast je laptop/computer.

Lukt dit nu niet: open straks een (ander) browserscherm.

Herhaling voorkennis

Leerdoelen voorkennis

• Je weet wat een kwadraat is (uit hoofdstuk 7)

• Je weet hoe je een kwadraat berekend

• Je kent de volgorde van berekeningen

Kwadraat

Let op:

Kwadraat

3²                de 2 die erboven hangt betekent: 

                     het getal op de grond keer zichzelf 

3²          =    3 . 3

12²        =    12 . 12

a²          =    a . a

x²          =    x . x

Kwadraat met minnen

7²            getal keer zichzelf                                                         7²   =   7 . 7   = 49 

(-7)²        door de haakjes moet de min wel meedoen in het kwadraat,

                -7 keer zichzelf                                                                 (-7)² = -7 . -7 = 49 

-7²           geen haakjes, de min doet niet mee in het kwadraat, 

                7 keer zichzelf en de min blijft staan                    -7²  = -     7 . 7 = - 49 

Volgorde berekeningen

1. Haakjes (berekenen wat binnen de haakjes staat)
2. Kwadrateren en wortels (van links naar rechts)
3. Vermenigvuldigen en delen (van links naar rechts)
4. Optellen en aftrekken (van links naar rechts)

Voorbeeld:                  (2 + 4)² - 18 : 3² =

Volgorde berekeningen

Joost wast auto’s bij een autowasstraat. Voor elke auto die hij wast krijgt hij € 2. Zijn vaste vergoeding per werkdag is € 5.

Telefoon

Voor de volgende slides heb je een telefoon of tablet of ander 2e scherm nodig naast je laptop/computer.

Heb je dat niet: open een (ander) browserscherm.

Vul zo meteen je eigen naam in op je telefoon, zodat je herkenbaar bent.

Bereken:
5² =

1. 10
2. 52
3. 0
4. 25

Bereken:
(–4)² =

1. - 8
2. - 16
3. 8
4. 16

Bereken:
–3² =

1. - 9
2. - 6
3. 6
4. 9

Bereken:
3 + (1+2)² =

1. 19
2. 12
3. 8
4. 6

Bereken:
2 . 6 – 6 : 3 =

1. 10
2. 0
3. 24
4. 2

Bereken:
8 : (4 – 2) . 3 =

1. 0
2. - 4
3. 12
4. 7

Telefoon

Quiz gaat straks verder. 

Doe je telefoon nog niet weg.

Sluit hetLessonUp scherm nog niet.

§ 9.1 Regelmaat

Leerdoelen § 9.1 Regelmaat

• Je weet wat een woordformule is

• Je herkent een tabel met regelmaat

• Je kunt een tabel met regelmaat vullen

• Je weet wat het vaste bedrag (of de vaste waarde) is

• Je weet wat de regelmaat is

Woordformule

Joost wast auto’s bij een autowasstraat. Voor elke auto die hij wast krijgt hij € 2. Zijn vaste vergoeding per werkdag is € 5.

Joost wast auto’s bij een autowasstraat. Voor elke auto die hij wast krijgt hij € 2. Zijn vaste vergoeding per werkdag is € 5.

Hoeveel verdient Joost per dag als er geen auto’s komen?

1. € 0
2. € 2
3. € 5
4. € 7

Joost wast auto’s bij een autowasstraat. Voor elke auto die hij wast krijgt hij € 2. Zijn vaste vergoeding per werkdag is € 5.

Hoeveel verdient Joost per dag als hij 1 auto wast?

1. € 2
2. € 5
3. € 7
4. € 10

Joost wast auto’s bij een autowasstraat. Voor elke auto die hij wast krijgt hij € 2. Zijn vaste vergoeding per werkdag is € 5.

Hoeveel verdient Joost per dag als hij 2 auto’s wast?

1. € 12
2. € 9
3. € 7
4. € 5

Joost wast auto’s bij een autowasstraat. Voor elke auto die hij wast krijgt hij € 2. Zijn vaste vergoeding per werkdag is € 5.

Als Joost steeds één auto per dag meer wast dan verdient
hij steeds per auto € …. meer

1. € 5
2. € 0
3. € 11
4. € 2

Regelmaat

Joost wast auto’s bij een autowasstraat. Voor elke auto die hij wast krijgt hij € 2. Zijn vaste vergoeding per werkdag is € 5.

We zetten het in een tabel 

Joost wast auto’s bij een autowasstraat. Voor elke auto die hij wast krijgt hij € 2. Zijn vaste vergoeding per werkdag is € 5.

Zie je de regelmaat?

Joost wast auto’s bij een autowasstraat. Voor elke auto die hij wast krijgt hij € 2. Zijn vaste vergoeding per werkdag is € 5.

Joost wast auto’s bij een autowasstraat. Voor elke auto die hij wast krijgt hij € 2. Zijn vaste vergoeding per werkdag is € 5.

Joost wast auto’s bij een autowasstraat. Voor elke auto die hij wast krijgt hij € 2. Zijn vaste vergoeding per werkdag is € 5.

1. 2
2. 3
3. 4
4. 5

1. 7
2. 8
3. 9
4. 2

1. 6 - 7,5 - 9 - 10,5 - 12
2. 7,5 - 9 - 10,5 - 12 - 13,5
3. 6 - 7 - 8 - 9 - 10
4. 7 - 8,5 - 10 - 11,5 - 13

1. 0
2. 3
3. 1,5
4. 0,5

1. + 1
2. + 7
3. + 6
4. + 5

Herhaling leerdoelen 

Leerdoelen voorkennis

• Je weer wat een kwadraat is (uit hoofdstuk 7)

• Je weet hoe je en kwadraat berekend

• Je kent de volgorde van berekeningen

Leerdoelen § 9.1 Regelmaat 

• Je weet wat een woordformule is 

• Je herkent een tabel met regelmaat

• Je kunt een tabel met regelmaat vullen

• Je weet wat het vaste bedrag (of de vaste waarde) is

• Je weet wat de regelmaat is

En nu:

• Begin aan je huiswerk, dat wordt in het magister gezet
• Tip: lees de theorie van § 9.1 (gele bladzijde 183) goed door
• Heb je nog vragen? Blijf dan even in Teams
• Bedankt voor jullie aandacht!