Achttiende eeuw les 1

• Nederlands
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 4

Achttiende eeuw

Doel: Ik kan ideeën van de Verlichting benoemen en herkennen.

Doel: Ik ken kenmerken en de functies van kinderliteratuur.

Opzet

• Doornemen theorie
• Aantekeningen maken bij video
• Vergelijkingsopdracht
• Begrippenlijst en mindmap maken

Opdracht

Lees bladzijde 4 uit je Theorie- en Werkboek. Op de volgende pagina's vind je een zeer beknopte samenvatting.

Achttiende eeuw

• Verstedelijking, ontkerkelijking, opkomst feminisme
• Conflict patriotten (macht stadhouder inperken) en prinsgezinden (macht behouden) 
• Franse revolutie

Achttiende eeuw

• De Verlichting:

- mens en maatschappij maakbaar

- Descartes: perfecte samenleving

-  onderscheid van 'donkere middeleeuwen'

- pedagogie: opvoeding belangrijk

- Locke: kind is onbeschreven blad

- Rousseau: kind goed, beschermen voor kwade wereld

Achttiende eeuw

• De Verlichting:

- Hieronymus van Alphen

- Betje Wolff, Aagje Deken

- Justus van Effen

etc.

Achttiende eeuw

• Literatuur: 

- Frans-classisme: vooral toneel, strenge voorschriften
- Rationalisme - Verlichting: gebruik verstand
- Preromantiek: intuïtie, gevoel, creativiteit
- Sentimentalisme: verregaande preromantiek

Opdracht

• Maak opdracht 1 uit je boek. Bekijk daarvoor de video op de volgende pagina en maak aantekeningen. 
• Lees daarna 1.1 over Kinderliteratuur. Op de volgende pagina vind je daarvan een beknopte samenvatting.

Kinderliteratuur

• Verlichting: verstandige mensen, opvoeding nodig
• Kinderen = t/m jongvolwassenen
• Hiëronymus van Alphen: speciaal voor kinderen schrijven met  begrijpelijke taal, hoofdpersoon kind, les
• Zeer vooruitstrevend: kindervriend die goed gedrag beloont 

Opdracht

• Maak opdracht 2. Bekijk daarvoor de video op de volgende pagina en maak aantekeningen. Luister vervolgens naar de 2 video's  erna. Dat zijn gedichten van Van Alphen (1779) en van Annie M.G. Schmidt (1979). Beantwoord vervolgens de vragen. Vergeet niet je boekje aan te vullen met de juiste antwoorden zodat je uiteindelijk alles op een plek hebt. 

Noteer waar beide gedichten over gaan.

Benoem de verschillen en overeenkomsten tussen beide gedichten.

Wat voor soort wereld heeft Van Alphen met dit gedicht voor ogen? En Schmidt?

Wat is de moraal in het gedicht van Van Alphen?

Denk je dat teksten met een morele les invloed hebben op de vorming van kinderen? Leg je antwoord uit.

Geef een voorbeeld van kind-zijn in moderne jeugdboeken.

Opdracht

• Maak opdracht 3. Beantwoord de eerste vraag op de volgende pagina, vul de rest in in je boekje, op papier of op je laptop. Aan het eind van de reeks zal ik je vragen je mindmap te delen. 

Maak een begrippenlijst van deze paragraaf.

Evaluatie

Vragen? Geef ze aan mij door via Teams. 

Na afloop deel ik een document met alle antwoorden om na te kunnen kijken.