ModSples7 02-04 clase individual
Bienvenidos
1 / 18
next
Slide 1: Slide
SpaansMiddelbare schoolvwoLeerjaar 1
This lesson contains 18 slides, with text slides.
Items in this lesson
Bienvenidos
Slide 1 - Slide
Hola a todos
Ik heb jullie schrijfopdrachten bekeken. Dat dat hebben jullie geweldig gedaan. De cijfers zijn ingevoerd op magister.
Van drie mensen heb ik nog niets binnen.
Slide 2 - Slide
La planificación de hoy
We beginnen vandaag met hoofdstuk 2. De pagina's in deze presentatie hebben verschillende kleuren. Ze hebben de volgende betekenins.
rood = uitleg
geel = opdracht
groen = antwoorden opdracht
blauw = algemene info
Slide 3 - Slide
Unidad 2 Mi colegio
La introduccion de unidad 2 en la página 30 y 31
Maak de opdracht A en B op pag. 31 van je boek. De antwoorden staat op de volgende bladzijde.
Slide 4 - Slide
Slide 5 - Slide
Gramática página 32 y 33
Op de volgende pagina's wordt de grammatica uitgelegd van de stukjes onderaan bladzijde 32 en 33. Kijk goed naar de voorbeelden. Straks gaan jullie daar oefeningen mee doen.
Slide 6 - Slide
Las partes del día
In spanje zijn de delen van de dag anders dan bij ons. In spanje is het tot 14.00 uur ochterd en van 14.00 uur tot 21.00 uur middag. De avond begint pas om 21.00 uur.
Slide 7 - Slide
Hay = er is, er zijn
Hay kan er is of er zijn betekenen. Kijk goed naar de voorbeeldzinnen
Slide 8 - Slide
También/Tampoco
también = ook tampoco = ook niet
Slide 9 - Slide
Bezittelijk voornaamwoord
Instituto is school en is mannelijk. Escuela betekent ook school maar is vrouwelijk. Sommige bezittelijkvoornaamwoorden passen zich aan en zijn anders bij een vrouwelijk zelfstandig naamwoord dan bij een mannelijk zelfstandig naamwoord.
Slide 10 - Slide
Bezittelijk voornaamwoord
Instituto is school en is mannelijk. Escuela betekent ook school maar is vrouwelijk. Sommige bezittelijkvoornaamwoorden passen zich aan en zijn anders bij een vrouwelijk zelfstandig naamwoord dan bij een mannelijk zelfstandig naamwoord.
Slide 11 - Slide
Tekstboek página 32 número 1
Beantwoord alle vragen en gebruik daarbij steeds HAY=er is/er zijn.
Bijvoorbeeld nummer 2:
Vraag: ¿Hay ordenadores? Zijn er computers?
Anwoord: Sí, hay ordenadors Ja, er zijn computers
Houd de woordenlijst ernaast. Bij elke opdracht hoort een stukje woordenlijst. Deze komt overeen met het opdrachtnummer uit je boek.
Slide 12 - Slide
Tekstboek página 32 número 1
Slide 13 - Slide
Tekstboek página 33 número 2
Beantwoord de vragen door naar de foto's te kijken. Lees daarna de tekst en kijk of je antwoorden kloppen.
Slide 14 - Slide
Tekstboek página 33 número 2
Slide 15 - Slide
Tekstboek página 34 número 3
Zet het juiste nummer bij het juiste schoolvak.
Slide 16 - Slide
Tekstboek página 34 número 3
Slide 17 - Slide
Als iets niet is gelukt stel dan gerust vragen via de mail.
Hasta la próxima semana
