Oefenvragen H3 M3 Grenzen en Identiteit

VSO het Dok - Eindhoven
1 / 20
next
Slide 1: Slide
AardrijkskundeMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 3

This lesson contains 20 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

VSO het Dok - Eindhoven

Slide 1 - Slide

herhalen H3 Grenzen en identiteit

Slide 2 - Slide

Welke uitspraak over grenzen is juist?
A
Gesloten grenzen zijn altijd onzichtbare grenzen.
B
Gesloten grenzen zijn altijd zichtbare grenzen.
C
Kunstmatige grenzen zijn altijd zichtbare grenzen.
D
Natuurlijke grenzen zijn altijd onzichtbare grenzen.

Slide 3 - Quiz

Tussen de verschillende regio’s
in Nederland zijn er grenzen.
Wat voor soort grenzen zijn dit?

Slide 4 - Open question

Welk soort grens herken je in
bron 1 tussen Nederland en Duitsland?


A
een kunstmatige, open grens
B
een onzichtbare, gesloten grens
C
een open, natuurlijke grens
D
zichtbare, gesloten grens

Slide 5 - Quiz

Het territorium van Nederland houdt niet op bij de kust. Verklaar deze uitspraak.

Slide 6 - Open question

Welk begrip past het best bij de omschrijving ‘kenmerken die een groep onderscheiden van andere groepen’?

Slide 7 - Open question

Welk voorbeeld heeft geen invloed op jouw identiteit?




A
De kleur van je ogen
B
De muziek waarvan je houdt
C
Je ouders
D
Je vrienden

Slide 8 - Quiz

Sleep de verschillende grenzen naar de juiste plek
Kunstmatige grenzen
Natuurlijke grenzen
De grens tussen Noord-Holland en Zuid-Holland.
Een rivier vormt de grens tussen twee landen.
De Chinese muur.
Een ondoordringbaar woud rondom een stad.
De taalgrens tussen Vlaanderen en Wallonië.
De grens tussen twee gemeentes.

Slide 9 - Drag question

De grenzen tussen de provincies zijn altijd kunstmatige grenzen.

A
Juist
B
Onjuist

Slide 10 - Quiz

Wat zijn kunstmatige grenzen?
A
Grenzen met kunstmest
B
grenzen met kunst
C
grenzen door de mens gemaakt
D
grenzen die zich na een aantal jaar gevormd hebben.

Slide 11 - Quiz

Wat voor soort grenzen heeft Gambia?
A
Natuurlijke grenzen
B
Kunstmatige grenzen

Slide 12 - Quiz

Wat is een nadeel van open grenzen?
A
Je kan de weg kwijtraken.
B
Ook criminelen gaan gemakkelijker de grens over.
C
Geen paspoortcontrole meer.
D
Je kan vrij met andere landen handelen.

Slide 13 - Quiz

Leg uit dat mensen met dezelfde migratieachtergrond niet altijd dezelfde cultuur hebben.

Slide 14 - Open question

Welk begrip past het best bij de omschrijving ‘het beeld dat de bewoners hebben van de regio waarin ze wonen’?



A
chauvinisme
B
lokalisme
C
regionale identiteit
D
regionalisme

Slide 15 - Quiz

Welk historisch gegeven heeft ervoor gezorgd dat Urk een zeer sterke regionale identiteit heeft?

Slide 16 - Open question

Als iemand zich verbonden voelt met een gebied
spreek je van lokalisme, regionalisme of chauvinisme. De begrippen betekenen ongeveer hetzelfde. Wat bepaalt welk begrip je kiest?

Slide 17 - Open question

Iedere regio heeft eigen kenmerken. Welk kenmerk hoort niet bij de regio Twente?

A
boterbabbelaars
B
klootschieten
C
midwinterhoornblazen
D
paasvuur ontsteken

Slide 18 - Quiz


Je doet onderzoek naar de vorming van jouw identiteit. Je wilt weten welke rol jouw woonplaats daarin speelt. In welke fase van je onderzoek ben je dan?

A
Je hebt de hoofdvraag beantwoord.
B
Je hebt een deelvraag geformuleerd.
C
Je hebt een planning gemaakt.
D
Je hebt informatie verzameld.

Slide 19 - Quiz

open grens
harde grenzen
zachte grens
gesloten grens

Slide 20 - Drag question