This lesson contains 19 slides, with interactive quizzes and text slides.
Lesson duration is: 50 min
Items in this lesson
h2 Geld genoeg
de - wat weet je al - quiz.
Je hebt een rekenmachine nodig.
Economie Pincode 4g 7e editie
Slide 1 - Slide
Geef drie woorden in de juiste volgorde:
Slide 2 - Open question
Geef direct de goede 2 antwoorden over ruilen. Ook nu weer in de juiste volgorde.
Slide 3 - Open question
Slide 4 - Open question
Berekenen van rente% naar rente€
.
voorbeeld: Je spaart € 300 een jaar lang met een rente van 2,5%.
2,5 : 100 x 300
0,025 x 300
7,5 Het rentebedrag na een jaar is € 7,50
Slide 5 - Slide
Een vast bedrag dat je elke maand betaalt voor rente en aflossing van een lening?
A
Maandtermijn
B
Leenbedrag
C
Spaarrente
D
Poliskosten
Slide 6 - Quiz
Slide 7 - Open question
Slide 8 - Open question
H2p1.
Heb je een: tegoed bij de bank dan kun je nog geld uitgeven.
schuld bij de bank dan moet je dat eerst aflossen.
Slide 9 - Slide
Slide 10 - Open question
h2p2: Ik wil een buffer aanhouden om eventuele tegenvallers op te vangen. Welk spaar doel herken je hierin?
A
Sparen voor een doel
B
Sparen uit voorzorg
C
Sparen voor de rente
D
Sparen voor een tijdelijk geldtekort
Slide 11 - Quiz
Hoeveel is de rente in dit jaar?
1,5 : 100 x 240 =
0,015 x 240 = 3,6
Je ontvangt € 3,60 rente aan het einde van het jaar.
Slide 12 - Slide
Melissa heeft €1.800 op haar spaarrekening staan. De bank geeft 1,4% rente. Hoeveel rente ontvangt zij van de bank na 1 jaar? 1,4 : ... x € ... = € ... rente per jaar.
Slide 13 - Open question
Johan heeft €38.500 op zijn spaarrekening staan. De bank geeft 1,25% rente.
Hoeveel rente ontvangt hij van de bank na 1 jaar?
Slide 14 - Open question
Slide 15 - Slide
Welke geldfunctie zie je op de foto?
A
Ruilmiddel
B
Rekenmiddel
C
Paardenmiddel
D
Spaarmiddel
Slide 16 - Quiz
Welke geldfunctie zie je op de foto?
A
Ruilmiddel
B
Rekenmiddel
C
Paardenmiddel
D
Spaarmiddel
Slide 17 - Quiz
Welke geldfunctie zie je op de foto?
A
Ruilmiddel
B
Rekenmiddel
C
Paardemiddel
D
spaarmiddel
Slide 18 - Quiz
Jan zet €1.500 op de bank. Hij krijgt 2,8% rente.
Bereken hoeveel heeft hij na dat jaar ontvangt aan rente.