3e klas G Hoofdstuk 3 de Bank en jouw geld

h3 De bank en jouw geld
de   - wat weet je al - quiz.
Je hebt een rekenmachine nodig. 
Gebruik jouw eigen voor- en achternaam.
Economie Pincode 3gt 7e editie 
1 / 17
next
Slide 1: Slide
EconomieMiddelbare schoolvmbo g, tLeerjaar 3

This lesson contains 17 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

h3 De bank en jouw geld
de   - wat weet je al - quiz.
Je hebt een rekenmachine nodig. 
Gebruik jouw eigen voor- en achternaam.
Economie Pincode 3gt 7e editie 

Slide 1 - Slide

Geef drie woorden in
de juiste volgorde:

Slide 2 - Open question

Nu iets moeilijker.
Geef de 4 antwoorden.
Ook weer in de juiste volgorde.

Slide 3 - Open question


Slide 4 - Open question

Een vast bedrag dat je elke maand betaalt voor rente en aflossing van een lening?
A
Termijn
B
Lenen
C
Sparen
D
Saldo

Slide 5 - Quiz

Berekenen van rente% naar rente€
.
voorbeeld:        Je spaart € 300 een jaar lang met een rente van 2,5%.
                               2,5 / 100 x  300
                               0,025       x  300
                               7,5                              Het rentebedrag na een jaar is € 7,50

Slide 6 - Slide


Slide 7 - Open question


Slide 8 - Open question

.

  Heb je een:      creditsaldo     ... dan heb je een...    tegoed
                                debetsaldo                                                schuld

Slide 9 - Slide


Slide 10 - Open question

Ik wil een buffer aanhouden om eventuele tegenvallers op te vangen.
Welk spaar doel herken je hierin?
A
Sparen voor een doel
B
Sparen uit voorzorg
C
Sparen voor de rente
D
Sparen voor een tijdelijk geldtekort

Slide 11 - Quiz

Hoeveel is de rente in de 4 jaar?
              0,3  :  100  x  1800  x  4   =
                   0,003    x  1800   x  4  =  21,6
               Melissa ontvangt € 21,60 enkelvoudige rente in 4 jaar.



Slide 12 - Slide

Melissa heeft €1.800 op haar spaarrekening staan.
De bank geeft 0,4% rente.
Hoeveel rente ontvangt zij van de bank na 1 jaar?
0,4 : ... x € ... = € ... rente per jaar.

Slide 13 - Open question


      Samengestelde rente   =   rente op rente
(1)    Elk jaar komt de rente bij het spaarbedrag.
(2)   Daardoor wordt het spaarbedrag meer.
(3)   En daardoor wordt het rentebedrag hoger.

Slide 14 - Slide

Slide 15 - Slide

Slide 16 - Slide

Jan zet €1.500 op de bank voor 3 jaren.
Hij krijgt 2,8% samengestelde rente.

Bereken hoeveel heeft hij na 3 jaren gespaard?

Slide 17 - Open question