Introductie Unit 3 week 1 + 2 les 1 t/m 3 + film

• Ges
• Middelbare school
• mavo
• Leerjaar 1

Agenda

Introductie unit 'don't believe the hype'

Heel kort: waar gaat de unit over?

Is deze al zichtbaar in Toddle? 

Wat gaan we met Numo doen? 

Film kijken: Vechtmeisje (deze en volgende les) 

JdW-kijkwijzer

Lesopbouw:

1. Vooraf:
   Startklaar, Voorkennis activeren, Formatief Handelen
   
   
2. Instructie:
   Leerdoelgericht werken, Inclusieve didactiek, Concrete en herkenbare voorbeelden, Formatief Handelen
   
   
3. Toepassing:
   Actieve verwerking, Formatief handelen 
   
   
4. Evaluatie:
   Afsluiting

Unit 3

• Thema: Don't believe the hype
• Benodigde lesmaterialen: Numo, teksten beschikbaar in Toddle of Teams
• Geen boek, maar korte verhalen, informerende teksten en film met elkaar 
• Unit zichtbaar?

           Leerdoelen

The information we choose to believe and spread, influences how we develop, operate and are perceived by others therefor awareness of the perspective of sources is important for personal growth.

3. Leerdoelgericht werken

De docent geeft het onderwerp, RTTI geformuleerde leerdoelen en de lesopbouw aan. De docent weet de leerdoelen goed te laten aansluiten bij de voorkennis en het (taal)niveau van de leerlingen. Gedurende de les wordt continu een terugkoppeling naar de leerdoelen gemaakt om de mate van beheersing te controleren.      

      Onderwerpen

• Feitelijke & fictieve teksten/films
• Informatieve & betogende versus amuserende bronnen (boek, krant, film, YouTube etc). 
• Standpunten, argumenten, redeneren. 
• Frames: wat zijn het en hoe herken je ze in de media. 

3. Leerdoelgericht werken

De docent geeft het onderwerp, RTTI geformuleerde leerdoelen en de lesopbouw aan. De docent weet de leerdoelen goed te laten aansluiten bij de voorkennis en het (taal)niveau van de leerlingen. Gedurende de les wordt continu een terugkoppeling naar de leerdoelen gemaakt om de mate van beheersing te controleren.      

      Assessment

SA-1 Numo Leestekens.

SA-2 Leesvaardigheidstoets over o.a. frames, argumentatieschema (standpunt en argumenten) en betrouwbaarheid. 

Formative: debat in de klas

3. Leerdoelgericht werken

De docent geeft het onderwerp, RTTI geformuleerde leerdoelen en de lesopbouw aan. De docent weet de leerdoelen goed te laten aansluiten bij de voorkennis en het (taal)niveau van de leerlingen. Gedurende de les wordt continu een terugkoppeling naar de leerdoelen gemaakt om de mate van beheersing te controleren.      

Numo 

Leerplan Formuleren 

6,5 uur en/of 100% richting 3F

We starten met een film

Als haar ouders in een vechtscheiding belanden, verhuist de eigenzinnige Bo met haar moeder en broer naar een Amsterdamse buitenwijk.

6. Actieve verwerking

De docent maakt expliciet hoe de leerstof actief verwerkt dient te worden. De docent start met modelleren en laat leerlingen vervolgens actief inoefenen. Volgens het 'ik-wij-jullie/jij-wij' principe wordt de ondersteuning geleidelijk afgebouwd. Er wordt gevarieerd in oefentypes en het leerproces wordt zichtbaar gemaakt, bijvoorbeeld met hardop denken opdrachten. Effectieve leerstrategieën zoals zelftesten, gespreid leren, schema’s maken, en samenvatten volgens de Cornell-methode worden expliciet aangeleerd. Dit herkneden van de lesstof helpt bij het bewerken van het lange termijn geheugen.

           Leerdoel les

Film afkijken: wat gebeurt er met Bo in vechtmeisje?

Verplaatsen in andermans perspectief door erover te schrijven 

3. Leerdoelgericht werken

De docent geeft het onderwerp, RTTI geformuleerde leerdoelen en de lesopbouw aan. De docent weet de leerdoelen goed te laten aansluiten bij de voorkennis en het (taal)niveau van de leerlingen. Gedurende de les wordt continu een terugkoppeling naar de leerdoelen gemaakt om de mate van beheersing te controleren.      

Opdracht 

Laatste 10 minuten

1. Samenvatten eerste deel

2. Hoe zien ze hun nieuwe buurt; beschrijf kort per persoon: Bo, broer, moeder.

Bewaar dit in de lades

6. Actieve verwerking

De docent maakt expliciet hoe de leerstof actief verwerkt dient te worden. De docent start met modelleren en laat leerlingen vervolgens actief inoefenen. Volgens het 'ik-wij-jullie/jij-wij' principe wordt de ondersteuning geleidelijk afgebouwd. Er wordt gevarieerd in oefentypes en het leerproces wordt zichtbaar gemaakt, bijvoorbeeld met hardop denken opdrachten. Effectieve leerstrategieën zoals zelftesten, gespreid leren, schema’s maken, en samenvatten volgens de Cornell-methode worden expliciet aangeleerd. Dit herkneden van de lesstof helpt bij het bewerken van het lange termijn geheugen.

Opdracht

 (huiswerk)

1. Samenvatten tweede deel

2. Beschrijf hoe de trainster Bo leert kennen en wat ze van haar vindt. Beschrijf de ontwikkeling die ze doormaakt (begin - midden- eind) Minimaal 15 zinnen. 

Niet af? Dan huiswerk voor volgende week.

6. Actieve verwerking

De docent maakt expliciet hoe de leerstof actief verwerkt dient te worden. De docent start met modelleren en laat leerlingen vervolgens actief inoefenen. Volgens het 'ik-wij-jullie/jij-wij' principe wordt de ondersteuning geleidelijk afgebouwd. Er wordt gevarieerd in oefentypes en het leerproces wordt zichtbaar gemaakt, bijvoorbeeld met hardop denken opdrachten. Effectieve leerstrategieën zoals zelftesten, gespreid leren, schema’s maken, en samenvatten volgens de Cornell-methode worden expliciet aangeleerd. Dit herkneden van de lesstof helpt bij het bewerken van het lange termijn geheugen.

www.pathe-thuis.nl

Agenda

Introductie unit 'don't believe the hype'

Delen wat jullie geschreven hebben

Wat zijn standpunten en argumenten ook weer?

Evt. Numo formuleren

           Leerdoelen

Je kunt de ontwikkeling in perceptie van een personage herkennen

Je kunt in eigen woorden uitleggen wat een stelling/standpunt/argument is.

Je oefent met een stelling/standpunt/argument uit een korte  leestekst halen

3. Leerdoelgericht werken

De docent geeft het onderwerp, RTTI geformuleerde leerdoelen en de lesopbouw aan. De docent weet de leerdoelen goed te laten aansluiten bij de voorkennis en het (taal)niveau van de leerlingen. Gedurende de les wordt continu een terugkoppeling naar de leerdoelen gemaakt om de mate van beheersing te controleren.      

Vragen 

Beschrijf hoe de trainster Bo leert kennen en wat ze van haar vindt. Beschrijf de ontwikkeling die ze doormaakt (begin - midden- eind) Minimaal 15 zinnen. 

6. Actieve verwerking

De docent maakt expliciet hoe de leerstof actief verwerkt dient te worden. De docent start met modelleren en laat leerlingen vervolgens actief inoefenen. Volgens het 'ik-wij-jullie/jij-wij' principe wordt de ondersteuning geleidelijk afgebouwd. Er wordt gevarieerd in oefentypes en het leerproces wordt zichtbaar gemaakt, bijvoorbeeld met hardop denken opdrachten. Effectieve leerstrategieën zoals zelftesten, gespreid leren, schema’s maken, en samenvatten volgens de Cornell-methode worden expliciet aangeleerd. Dit herkneden van de lesstof helpt bij het bewerken van het lange termijn geheugen.

Voorlezen

6. Actieve verwerking

De docent maakt expliciet hoe de leerstof actief verwerkt dient te worden. De docent start met modelleren en laat leerlingen vervolgens actief inoefenen. Volgens het 'ik-wij-jullie/jij-wij' principe wordt de ondersteuning geleidelijk afgebouwd. Er wordt gevarieerd in oefentypes en het leerproces wordt zichtbaar gemaakt, bijvoorbeeld met hardop denken opdrachten. Effectieve leerstrategieën zoals zelftesten, gespreid leren, schema’s maken, en samenvatten volgens de Cornell-methode worden expliciet aangeleerd. Dit herkneden van de lesstof helpt bij het bewerken van het lange termijn geheugen.

Hoe verandert het beeld van de trainster over Bo? Waardoor verandert dit?

Wat is een stelling ofwel standpunt?

Wat is het standpunt ofwel de stelling?

1. Critici hebben ongelijk
2. Klaag niet over een gebrek aan vrijheid als jij je niet wil laten vaccineren.
3. Er moet een vaccinatieplicht ingesteld worden door de overheid
4. Je hoeft je niet te laten vaccineren.

De stelling/ Het standpunt

Herken je vaak aan een 'dwingend' karakter. Je bent geneigd het  eens/oneens te zijn. In een stelling wordt vaak 'moeten' of 'dienen' gebruikt. 

Standpunt

Een mening over een bepaald onderwerp (stelling). Wat vindt iemand ergens van?

Waar 'staat' iemand. 

Argument

Een onderbouwing van je standpunt. Je kunt meerdere argumenten aanvoeren. 

Stelling: Jongeren moeten meer lezen

eens

oneens

argumenten
'Jongeren moeten
meer lezen.'
(Ik ben het hier mee
eens/oneens, want...)

Lezen 

Lees de tekst 

Maak de vragen

Eindslide

We hebben opgehaald wat standpunten en argumenten zijn

Hebben geoefend met een tekst en de film