This lesson contains 25 slides, with interactive quizzes and text slides.
Items in this lesson
Huiswerk
lezen pagina's 25 tot en met 28 (hoofdstuk 2)
- maken de opdrachten 4
Slide 1 - Slide
Herhaling
Herhaling, hoe zat het ook alweer?
Test kort je kennis!
Slide 2 - Slide
Wat is volgens Thales het basisbestanddeel van de wereld?
A
aarde
B
water
C
lucht
D
vuur
Slide 3 - Quiz
Plato
Ideeënleer
Ik weet dat ik niets weet
Onbewogen beweger
Socrates
Aristotoles
Slide 4 - Drag question
Wat is de juiste volgorde van filosofen?
A
plato-aristoteles-socrates
B
Aristoteles-plato-socrates
C
socrates-plato-aristoteles
D
socrates-aristoteles-plato
Slide 5 - Quiz
Thales 624-546
(pag. 22)
Beantwoord de volgende vragen in je schrift/worddocument:
In welke eeuw is Thales geboren?
Wat is de oerstof volgens Thales?
Hoe kon Thales met deze oerstof veranderingen in de werkelijkheid verklaren?
Wat vind jij van deze theorie?
Slide 6 - Slide
De oude filosofen
Socrates: dronk de gifbeker
Plato: Ziel zit vast in de gevangenis van het lichaam.
Aristoteles: Laffe daad.
Slide 7 - Slide
Visies op de mens
Pascal: de mens is broos, maar als enige in staat om na te denken.
Plato: mens bestaat uit lichaam (sterfelijk) en ziel (onsterfelijk)
Aristoteles: mens bestaat uit lichaam, ziel en geest (denken)
Moderne tijd: hersenschors is de kern (logisch denken, redeneren, rekenen, taal)
Slide 8 - Slide
Ruach (levensadem) (pag. 23)
Betekenis: ‘geest van God’
De ziel bestond al voor de geboorte en leeft na de dood gewoon verder.
De ziel is van God afkomstig en blijft dus eeuwig bestaan.
Slide 9 - Slide
Sjema, Israël
4 Luister, Israël: de HEER, onze God, de HEER is de enige! 5 Heb daarom de HEER, uw God, lief met hart en ziel en met inzet van al uw krachten.
Slide 10 - Slide
MATTEÜS 22:34-40 BB
‘De Farizeeërs hoorden dat de Sadduceeërs Jezus hierop geen antwoord hadden weten te geven. Daarom bedachten ze een nieuwe strikvraag. Eén van hen, een wetgeleerde, ging naar Hem toe en vroeg Hem: "Meester, wat is de belangrijkste wet in de wet van Mozes?" Hij zei tegen hen: "Deze: 'Houd van je Heer God met je hele hart, met je hele ziel en met je hele verstand.' Dat is de eerste en belangrijkste wet. De tweede, die net zo belangrijk is, is deze: 'Houd net zoveel van je broeders als van jezelf.' De hele wet van Mozes en de boeken van de profeten gaan over deze twee wetten."’
Slide 11 - Slide
God is de onbewogen beweger.
De uiteindelijke oorzaak van alle zijn en van alle worden.
De ziel is geestelijk en blijft na de dood voortbestaan.
Slide 12 - Slide
Rationalisme en empirisme
Wetenschappelijke Revolutie
Slide 13 - Slide
ratio/ rationalisme
De ratio is de rede, het verstand. Een verlicht mens gaat uit van zijn verstand, beredeneert alles en maakt op basis daarvan zijn beslissingen.
Slide 14 - Slide
Rationalisme
René Descartes
--> alle overgeleverde kennis wordt betwijfeld
Rede, ratio en denkend bewustzijn
Geloof/gewoonteverklaart niet, wetenschap wel
Uitgaan van het verstand
Slide 15 - Slide
Rationalisme
Wetenschappers vertrouwden op hun eigen verstand in plaats van het geloof
Rationalisme:Alleen het gebruik van het menselijk verstand (ratio) tot zinnige kennis kan leiden
Slide 16 - Slide
Empiristen
Kennis komt slechts uit ervaring voort
Voor nieuwe ideeën is empirisch bewijs nodig
Slide 17 - Slide
Onderzoekers
Wetenschappelijk onderzoek (empirisch)
Hugo de Groot - Mare liberum (recht)
Christiaan Huygens – slingeruurwerk (wiskunde)
Antonie van Leeuwenhoek – microscoop (biologie)
Descartes (filosofie), Spinoza (filosofie)
Galilei (sterrenkunde)
Slide 18 - Slide
Empirisch onderzoek
In de middeleeuwen worden natuurkundige verschijnselen verklaard vanuit religie. Vanaf de renaissance volstaat dat niet meer, wetenschappers vertrouwen steeds meer op objectieve waarneming en controleerbare bewijzen. Onderzoek en wetenschap versterken het besef dat de Goddelijke schepping een ordelijke samenhang heeft. Een voorbeeld hiervan is De anatomische les van Dr. Nicolaes Tulp.
Slide 19 - Slide
Kunnen we Descartes een scepticus noemen? Motiveer je antwoord.
Slide 20 - Open question
Verlichting
Romantiek
rationalisme
Sentimentaliteit
Optimisme
individu
pessimisme
de maatschappij
Slide 21 - Drag question
Bij het rationalisme
A
Mag je absoluut geen dierlijke producten eten
B
Staat het redelijke voorop
C
Gaan ervaringen boven het verstand
D
wordt kennis verworden door zintuiglijke waarnemingen
Slide 22 - Quiz
Een empirisch argument is minder overtuigend dan een emotioneel argument.