les 2 Energie balans

Voeding
Energiebalans & energieverbruik

Lesdoelen:
  • Je weet wat energiebalans is.
  • Je kunt energieverbruik van een persoon uitrekenen.
1 / 28
next
Slide 1: Slide
VoedingMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 2-4

This lesson contains 28 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Voeding
Energiebalans & energieverbruik

Lesdoelen:
  • Je weet wat energiebalans is.
  • Je kunt energieverbruik van een persoon uitrekenen.

Slide 1 - Slide

Voeding
Energiebalans & energieverbruik
Terugblik vorige week, de controle vraag: 
Welke onderdelen komen er bij jou op als je denkt aan de schijf van 5.

Slide 2 - Slide

Schijf van 5

Slide 3 - Mind map

Hoeveel liter water moet je drinken per dag?

Slide 4 - Mind map

Welke vitamine maakt zonlicht aan?

Slide 5 - Mind map

Hoeveel calorieën dien je te verbranden om 1 KG vet te verbranden

Slide 6 - Mind map

Voeding
Energiebalans & energieverbruik
  1. Welke 3 macronutriënten zijn er?
  2. Welke 3 micronutriënten zijn er?
  3. Wat is het verschil tussen vegetarisch en veganistisch eten?

Slide 7 - Slide

Welke macronutrienten kennen we?

Slide 8 - Mind map

Welke micronutrienten kennen we?

Slide 9 - Mind map

KiloCalorieën 
Op het moment dat een persoon energie verbruikt drukken we dit uit in Kilocalorieen (Kcal)

Slide 10 - Slide

Kan jij in eigen woorden uitleggen wat energie balans is ?

Slide 11 - Mind map

Energiebalans 
We spreken van een energiebalans als er een balans is tussen de hoeveelheid energie die je uit je voeding haalt en de hoeveelheid energie die je lichaam verbruikt. 

Slide 12 - Slide

Hoeveel kcal heeft een man gemiddeld per dag nodig?

Slide 13 - Mind map

Hoeveel kcal heeft een vrouw gemiddeld per dag nodig?

Slide 14 - Mind map

Voeding
Energiebalans & energieverbruik

Slide 15 - Slide

Voeding
Energiebalans & energieverbruik
BMR de afkorting betekent basal metabolic rate. In nederlands vertaald: het basaal metabolisme. Het is de stofwisseling die nodig is om de minimale hoeveelheid energie te leveren aan belangrijke onderdelen van je lichaam zoals ademhaling en hartslag. Met deze tool kun je het aantal caloreën berekenen die je dagelijks moet verbranden om voldoende energie te krijgen. Het antwoord wat je krijgt van deze tool is het aantal calorieën wat je elke dag nodig hebt om in leven te blijven zonder enige vorm van beweging. 

Slide 16 - Slide

Voeding
Energiebalans & energieverbruik
Voor de vrouw geldt:
655 + (gewicht in kg x 9,6) + (lengte in cm x 1.8) - (leeftijd in jaren x 4.7) = aantal calorieën.
En voor de man geldt:
66 + (gewicht in kg x 13,7) + (lengte in cm x 5) - (leeftijd in jaren x 6,8) = aantal calorieën.
Dus als je bijvoorbeeld een vrouw bent van 25 jaar, 170 cm lang en een gewicht van 74 kg dat ziet de formule als volgt uit.
655 + (74 x 9,6) + (170 x 1.8) - (25 x 4.7) = 1553,9 calorieën.

Slide 17 - Slide

Plaats hier je BMR

Slide 18 - Mind map

Pal Waardes 
Leefstijl PAL-waarde

1.2: Bedlegerig 
1.4-1.5:  Zittend werk zonder mogelijkheid van bewegen en weinig of geen inspannende vrijetijdsbesteding
 1.6 - 1.7: Zittend werk met mogelijkheid om te bewegen, maar weinig of geen inspannende vrijetijdsbesteding
1.8 - 1.9 Staand werk
2.0 - 2.4Zwaar werk of zeer actieve vrijetijdsbesteding
 










Slide 19 - Slide

Eigen energieverbruik
Bereken nu je eigen energieverbruik (inclusief PAL-waarde).

Bewaar deze berekening goed, dit moet je laten terugkomen in je eindopdracht.

Slide 20 - Slide

Hoeveel kcal zitten er in een reep chocola van 100 gram?

Slide 21 - Mind map

Slide 22 - Slide

Hoeveel witbiertjes moet je drinken om aan 1750 Kcal te komen
A
13
B
20
C
15
D
10

Slide 23 - Quiz

Slide 24 - Slide

Hoeveel bakken aardbeien moet je eten om aan 1764 Kcal te komen
A
28
B
49
C
53
D
12

Slide 25 - Quiz

Slide 26 - Slide

Hoeveel Speklappen moet je eten om aan +-2100 Kcal te komen
A
16
B
6
C
53
D
1

Slide 27 - Quiz

De opdracht 

Breng voor jezelf het energieverbruik in kaart. 
Het gaat vooral om dat je de berekening etc. uitwerkt.

Basaalstofwisseling (BMR)
PAL-waarde
Vraag voor 1 dag hoeveel deze persoon sport en welke sport.

Slide 28 - Slide