HS 11 Quiz

• rechten
• MBO
• Studiejaar 2

HS 11 opdracht 1a

1. zekerheidsrecht dat wordt gevestigd op roerende zaken
2. zekerheidsrecht dat wordt gevestigd op registergoederen
3. zekerheidsrecht dat wordt gevestigd op niet-registergoederen
4. zekerheidsrecht dat wordt gevestigd op "res nullius"

opdracht 1b

1. Pedro is hypotheekhouder. De bank is hypotheekgever
2. Pedro is hypotheeknemer. De bank is hypotheekhouder
3. Pedro is hypotheekgever. De bank is hypotheek nemer
4. Pedro is hypotheekgever. De bank is hypotheekhouder

opdracht 1c

1. Er wordt elke maand een vast bedrag afgelost
2. Er wordt elke maand een vast bedrag aflossing+ rente betaald
3. Pas aan het eind van de looptijd wordt de hele hypotheekschuld afgelost
4. Er wordt maandelijks een premie levensverzekering betaald

opdracht 2a

1. Hypotheekgever mag het huis verhuren
2. Hypotheekhouder mag het huis verhuren
3. Hypotheekhouder mag het huis niet verhuren
4. Hypotheekgever mag het huis niet verhuren

opdracht 2b

1. omdat verhuurd huis veel minder waard is dan een vrij opgeleverd huis (daardoor minder zekerheid)
2. omdat de hypotheekhouder eerst wil weten wie de huurder is
3. omdat verhuurd huis meer waard is dan een vrij opgeleverd huis
4. omdat de hypotheekhouder niet de huur kan ontvangen

opdracht 2d

1. bij verkoop moet het huis worden ontruimd
2. bij wanbetaling moet het huis worden ontruimd
3. bij verhuur moet het huis worden ontruimd
4. bij afsluiten hypotheek moet het huis worden ontruimd

Opdracht 2e

1. Pedro heeft gelijk
2. niet verstandig want bank heeft recht van parate executie
3. niet verstandig want meeste rechters geven geen uitstel
4. Pedro heeft gelijk als hij niet te lang wacht met betalen

Opdracht 2f

1. dat zal niet lukken want 1e hypotheek is te zien in openbaar register
2. dat is een mogelijkheid
3. dat zal niet lukken want je kan maar 1 hypotheek afsluiten
4. dat zal niet lukken tenzij Pedro de 1e hypotheek aflost

opdracht 3a

1. juist
2. onjuist

opdracht 3b

1. onjuist
2. juist

opdracht 3c

1. juist
2. onjuist

opdracht 3d

1. juist
2. onjuist

opdracht 3e

1. juist
2. onjuist

opdracht 3f

1. onjuist
2. juist

opdracht 3g

1. onjuist
2. juist