Literatuur les 7 - De aanslag

• Nederlands
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 4

Literatuur 7: De aanslag  

Aansluiten bij klas in LessonUp

• Pak je laptop.
• Registreer op https://lessonup.app met Office365 (schoolmail!)
• Ga naar Klassen.
• Vul de klassencode hiernaast in.

skdzl

Plan

• Terugblik op vorige week

• Het gouden ei: hoe komt het in de toets?

• We verdiepen jouw kennis van literaire begrippen met De aanslag.

• Volgende uur: opdrachten nakijken en bespreken. We lezen verder in Het gouden ei.

Welke literaire begrippen uit de mindmap ken je nog?

Het gouden ei

Je hebt in de toetsweek een toets over verhaalanalyse. 

Je moet Het gouden ei dus kunnen analyseren met literaire begrippen uit de mindmap van vorige week. 

Daarnaast krijg je vragen over de theorie uit de paragrafen van Kern. 

Het gouden ei

Je hebt het gelezen tot en met hoofdstuk 3. 

Start dus nu bij hoofdstuk 4.

Lees tien minuten in het boek. 

De aanslag

Op een koude avond vlak voor het einde van de Tweede Wereldoorlog overkomt de achtjarige Anton Steenwijk een ramp: twee verzetsstrijders schieten een NSB'er dood, vlakbij Antons huis.

In de chaos die volgt, neemt de Duitse bezetter wraak: Antons huis gaat in vlammen op en zijn ouders en broer worden doodgeschoten. Anton groeit hierna op bij zijn oom en tante in Amsterdam en probeert afstand te nemen van de verschrik-kelijke gebeurtenissen van toen. Die gebeurtenissen blijven hem echter achtervolgen. Hij blijft over die avond nadenken en komt hij er langzaam achter wat er nu precies gebeurd is. 

Wie kan hij de schuld geven van de dood van zijn broer en ouders?

Lees mee met het fragment uit De aanslag op pagina 163-165 van je handboek. 

Waarom heeft Anton medelijden met Fake jr.?

1. Fake heeft zijn huiswerk niet gemaakt.
2. Fake zat alleen in de klas.
3. Fake droeg onder dwang het uniform.
4. Fake werd door zijn klasgenoten gepest.

Hoe heet de broer van Anton?

1. Sjaak
2. Peter
3. Frits
4. Fake

Van welke vertelsituatie is er in dit verhaal sprake?

1. ik-verteller
2. auctoriaal
3. enkelvoudig personaal (hij-verteller)
4. meervoudig personaal (hij-verteller meerv.)

Voor wiens huis ligt nu het lijk van Fake Ploeg?

1. familie Beumer
2. familie Korteweg
3. familie Steenwijk
4. familie Ploeg

Opdracht

1. Klap je laptop dicht en leg hem aan de kant.
2. Maak de vragen 2 t/m 5 (blz. 158) uit je opdrachtenboek.
3. We bespreken de opdracht na de pauze.
   

De gebeurtenissen in Antons flashback roepen vragen op waarvoor je je moet kunnen inleven en achtergrondkennis over de oorlog nodig hebt.

Waardoor is Fake Ploeg, de zoon, geïsoleerd geraakt?

De gebeurtenissen in Antons flashback roepen vragen op waarvoor je je moet kunnen inleven en achtergrondkennis over de oorlog nodig hebt.

In enkele passages krijg je informatie over de verhouding tussen vader en zoon Ploeg. Welke zinnen zijn dat? Wat zeggen die over de relatie tussen Ploeg senior en junior?

De gebeurtenissen in Antons flashback roepen vragen op waarvoor je je moet kunnen inleven en achtergrondkennis over de oorlog nodig hebt.

Kun jij je nu een situatie voorstellen waarin en leerling in zo'n isolement terechtkomt? Waardoor gebeurt dat, denk je, en hoe zal de betreffende leerling dit ervaren?

De gebeurtenissen in Antons flashback roepen vragen op waarvoor je je moet kunnen inleven en achtergrondkennis over de oorlog nodig hebt.

Anton heeft volgens de rector met zijn actie het leven van meneer Bos gered (regels 66-70). Waaruit bestond die actie?

De gebeurtenissen in Antons flashback roepen vragen op waarvoor je je moet kunnen inleven en achtergrondkennis over de oorlog nodig hebt.

Wat had er kunnen gebeuren als Anton dat niet had gedaan?

Het fragment van Mulisch eindigt met een cliffhanger. Hoe gaat dit verder?

Schrijf een spannend vervolg in ongeveer 250 woorden. Houd hierbij het
(enkelvoudige) perspectief van de afstandelijke Anton aan.