Op een koude avond vlak voor het einde van de Tweede Wereldoorlog, in de hongerwinter van 1944-1945, overkomt de achtjarige Anton Steenwijk een ramp: twee verzetsstrijders schieten een collaborateur dood, vlakbij Antons huis.
In de chaos die volgt, neemt de Duitse bezetter wraak: Antons huis gaat in vlammen op en zijn ouders en broer worden doodgeschoten. Anton groeit hierna op bij zijn oom en tante in Amsterdam en probeert letterlijk en figuurlijk afstand te nemen van de verschrikkelijke gebeurtenissen van toen. Die gebeurtenissen blijven hem echter achtervolgen: op verschillende momenten in zijn leven komt hij mensen tegen die op een of andere manier te maken hebben gehad met de aanslag uit zijn jeugd. Door hen blijft hij over die avond nadenken en komt hij er langzaam achter wat er nu precies gebeurd is. Wie kan hij de schuld geven van de dood van zijn broer en ouders?