WK 06 3M FR online

• Frans
• Middelbare school
• mavo
• Leerjaar 3

BONJOUR

Comment tu trouves la neige?
Wat vind je van de sneeuw?
'Je trouve que c'est ....'

Quelle est la date d'aujourd'hui?

Qu'est-ce que tu vas apprendre?

Aujourd'hui:

- on répète

- on va faire les exercices et répondre aux questions

- la conclusion

- les devoirs

Allez! On y va!

Choisis:
Kies de juiste vervoeging voor 'futur simple': 'Demain, je ......au Maroc pour un mois'.

1. partirai
2. partira

Futur simple

Je maakt de futur simple door de vetgedrukte uitgangen achter het hele

werkwoord te zetten.

je choisirai ik zal kiezen

tu choisiras jij zult kiezen

il/elle choisira hij/zij zal kiezen

on choisira wij zullen kiezen

nous choisirons wij zullen kiezen

vous choisirez jullie zullen / u zult kiezen

ils/elles choisiront zij zullen kiezen

Bij de werkwoorden op -re vervalt de -e: J’apprendrai – Ik zal leren.

une vidéo

Je gaat nu kijken en luisteren naar een uitleg-video.

Tips:

Concentreer je op de video en zorg dat je niet wordt afgeleid.

Maak aantekeningen of kijk mee in je boek (D phrases-clés)

Aimer, détester, préférer, adorer

Na de werkwoorden aimer (houden van, leuk vinden), détester (een hekel

hebben aan), préférer (liever hebben) en adorer (dol zijn op) gebruik je een

bepaald lidwoord (le, la, l’ of les), ook na een ontkenning.

Ik vind exacte vakken leuk. J’aime les matières scientifiques.

Ik houd niet van wiskunde. Je n’aime pas les maths.

Bekijk de 'fiche d'identité', opdracht 17, chapitre 3.
Waar houdt Lola niet van?

1. l'histoire
2. les maths
3. le dessin
4. le français

woordvolgorde van Franse zin

Tijd/ plaats - Onderwerp - Werkwoorden -

Lijdend voorwerp /Meewerkend voorwerp- 

Tijd/Plaats

Let op: tussenwoordjes, ontkenning

Bijvoorbeeld: Ne ...pas staat om de persoonsvorm heen

Zet de zin in de juiste volgorde:
Je - À La Haye - anglais - parler - vais -.

Zet de zin in de juiste volgorde:
voyagerons- Nous - en avion - en France

les phrases

Maak zoveel mogelijk Franse zinnen met de woorden op p.145 uit je werkboek. Diegene met de meeste zinnen  heeft wint!

Je krijgt 5 minuten.

Vul je zinnen in op de volgende slide

Bonne chance!

Maak zoveel mogelijk zinnen met de woorden van p.145 in je werkboek

Écrire les phrases: comment s'est passé? C'était comment pour toi? Vb: 'Pour moi, c'était ...' of 'J'ai trouvé que c'était .....'

la conclusion

Tu as appris:

- La météo: la neige = de sneeuw.

- la date d'aujourd'hui

- Donner ton opinion

- Le futur simple

- aimer, détester, préférer, adorer + le, la, l', les

- woordvolgorde van een Franse zin

Comment tu as trouvé la leçon?
très difficile / difficile / ça va / facile / très facile

0100

Bien fait!

Au travail!

Werk aan de weektaak en zorg dat je de opdrachten maakt en dat je vragen stelt als iets onduidelijk is.

À bientôt

Weektaak

Chapitre 3 et chapitre 4:

Chapitre 3: apprendre et répéter vocabulaire A, B, C: Slim Stampen

Faire D phrases-clés les exercices:16 à 18

E Regarder les exercices: 19 à 21

F regarder les exercices: 22 à 25

Chapitre 4 'Je révise': hoofdstukopening exercices 15