‘Daphne , ik smeek je, blijf! Ik volg je niet vijandig! Je vlucht, mijn Nimf, zoals een lam een wolf ontvlucht, maar ik jaag uit liefde. Pas toch op, je valt…, de doornstruiken schrammen je benen en dan krijg ik nog de schuld. Waar jij nu loopt is ruw terrein, maak minder haast, ik smeek je, vlucht niet zo snel, dan zal ik je minder haastig achtervolgen! Ik ben geen bergbewoner en ook geen onbehouwen herder die zijn kudden in het oog houdt. Denk toch na, je wéét niet wie je ontloopt, ik ben heerser van Delphi en Zeus is mijn vader!’