This lesson contains 36 slides, with interactive quizzes and text slides.
Items in this lesson
Slide 1 - Slide
Slide 2 - Slide
Slide 3 - Slide
Slide 4 - Slide
Slide 5 - Slide
Slide 6 - Slide
Noem eens een indicatie voor een verblijfskatheter
Slide 7 - Open question
Slide 8 - Slide
Hoeveel urine kan er normaal gesproken in de blaas?
Slide 9 - Open question
Slide 10 - Slide
Hoe verzorg je iemand met een katheter?
Slide 11 - Open question
Wat kan je doen aan infectiepreventie bij katheterzorg?
Slide 12 - Open question
Slide 13 - Slide
Slide 14 - Slide
Je gaat meneer van Vliet helpen bij de wasbeurt. Meneer van Vliet vraagt of je zijn katheterzak wilt verwisselen omdat dit al drie dagen geleden is. Je ziet dat het een urineopvangzak is met een aftapkraantje, die inderdaad drie dagen geleden verwisseld is. Wat doe je?
A
Je vervangt katheterzak gelijk. Dit moet elke dag.
B
Je legt de heer uit dat dit nog niet nodig is en maar 1 x per week moet of eerder bij lekkage.
C
Je geeft aan dat de zak niet verwisseld hoeft te worden. Alleen bij lekkage
Slide 15 - Quiz
Wat observeer je bij iemand met een katheter?
Slide 16 - Open question
Slide 17 - Slide
Slide 18 - Slide
Slide 19 - Slide
Slide 20 - Slide
Wat zijn voordelen van een suprapubisch katheter ten opzichte van een transurethrale katheter?