Met of zonder -n?

Spelling H2
1 / 16
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

This lesson contains 16 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Spelling H2

Slide 1 - Slide

Wat moet er op de stippellijn?
Van die dropjes zou ik er wel .... lusten.
A
enkele
B
enkelen

Slide 2 - Quiz

Wat moet er op de stippellijn?
In de stad kwamen ze een paar .... tegen.
A
bekende
B
bekenden

Slide 3 - Quiz

Wat moet er op de stippellijn?
Veel leerlingen gaan mee naar Barcelona, maar .... aarzelen nog.
A
sommige
B
sommigen

Slide 4 - Quiz

TELWOORDEN (1)
Woorden als: enkele(n), vele(n), weinige(n), sommige(n)
A.  Met -n:
- bij personen
- zelfst.telw. (je kunt er geen zn uit de zin/directe context achter plaatsen)

b.v. Enkelen van de studenten hadden een online borrel georganiseerd.

Slide 5 - Slide

TELWOORDEN (2)
A.  Zonder -n:
- geen personen
- niet-zelfstandig (maar bijvoeglijk)

b.v. Enkele van die instrumenten zijn duizenden euro's waard. 
Alle journalisten wilden een foto van het koningspaar maken.
De meeste kinderen wilden de zee in, maar sommige aarzelden.


Slide 6 - Slide

TELWOORDEN (3)
Let op: 
Telwoorden als tientallen, honderden, duizenden en miljoenen hebben altijd een -n!

Die broers maken altijd ruzie en meestal hebben ze beiden schuld.
De broers maken altijd ruzie en meestal hebben beide schuld.
Beiden hebben schuld.
Van de leerlingen van 3t2 hadden velen een tien voor hun GPW.

Slide 7 - Slide

Zelfstandig gebruikt bn (1)
Bijvoeglijke naamwoorden zonder zn erachter.

A. Personen:
- enkelvoud: -e 
- meervoud: -en 

b.v. Bent u als blinde lid van de vereniging voor slechtzienden?

Slide 8 - Slide

Zelfstandig gebruikt bn (2)
A. Dingen:
- altijd: -e

b.v. Bakker, doet u mij maar drie van die witte

Slide 9 - Slide

Wat is een correcte vervanging voor de woordgroep in HOOFDLETTERS?
Nederland wilde slechts ENKELE VLUCHTELINGEN opvangen.
A
enkele
B
enkelen

Slide 10 - Quiz

Wat moet er op de stippellijn?
De gorilla wordt bedreigd met uitsterven, maar de ..... worden tegenwoordig goed beschermd.
A
laatste
B
laatsten

Slide 11 - Quiz

Wat moet er op de stippellijn?
Veel kinderen houden van zoetigheid, maar .... hebben liever iets hartigs.
A
sommige
B
sommigen

Slide 12 - Quiz

Wat is het woord in HOOFDLETTERS?
Er kwamen drie WIJZEN uit het oosten naar de stal.
A
zelfst.telw.
B
zelfst.bn.
C
bijv.telw.

Slide 13 - Quiz

Wat is het woord in HOOFDLETTERS?
SOMMIGEN weigerden de gratis koffie die de NS aanbood.
A
zelfst.telw.
B
zelfst.bn.
C
bijv.telw.

Slide 14 - Quiz

Wat is het woord in HOOFDLETTERS?
ALLE medewerkers kregen een bos bloemen van de rector.
A
zelfst.telw.
B
zelfst.bn.
C
bijv.telw.

Slide 15 - Quiz

Huiswerk:
Opdracht 1-2-3 van spelling hoofdstuk 2.

Slide 16 - Slide