This lesson contains 35 slides, with interactive quizzes and text slides.
Vertelt meer over een zelfstandig naamwoord (zn)
Kan voor of achter het zn staan!
- Het is een spannend boek.
- Ik las dit spannende boek.
- Het boek is spannend
- Dit is een wollen trui.
- Ik kreeg een gouden horloge.
- Dat is een plastic rietje.