Geeft een
handeling,
situatie, of
gebeurtenis aan.
Bijv. bellen, struikelen, sneeuwen
Eindigt een werkwoord altijd op -en-?
Een werkwoord kun je aanpassen:
- aan de persoon die iets doet: hij belt, de kinderen bellen
- aan de tijd: ik werkte, ik moest werken, wij hebben gewerkt