2TL ét. 6 - partir & sortir

Partir & Sortir

Onregelmatige werkwoorden
Taalregel 45 & 48
1 / 11
next
Slide 1: Slide
FransMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 2

This lesson contains 11 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Partir & Sortir

Onregelmatige werkwoorden
Taalregel 45 & 48

Slide 1 - Slide

Let op!
Partir en sortir zijn onregelmatige werkwoorden, maar ze lijken wel heel erg op elkaar.
In de passé composé gebruik je être als hulpwerkwoord. Dat betekent dat het voltooid deelwoord (parti & sorti) een extra e krijgt als het onderwerp vrouwelijk is en een extra s als het mannelijk is. Als je het niet weet, zet je de letter tussen haakjes.

Slide 2 - Slide

partir (vertrekken) in 3 tijden
présent
imparfait
passé composé
Je
pars
partais
suis parti(e)
Tu
pars
partais
es parti(e)
Il/elle
part
partait
est parti(e)
Nous
partons
partions
sommes parti(e)s
Vous
partez
partiez
êtes parti(e)(s)
Ils/elles
partent
partaient
sont parti(e)s

Slide 3 - Slide

sortir (uitgaan) in 3 tijden
présent
imparfait
passé composé
Je
sors
sortais
suis sorti(e)
Tu
sors
sortais
es sorti(e)
Il/elle
sort
sortait
est sorti(e)
Nous
sortons
sortions
sommes sorti(e)s
Vous
sortez
sortiez
êtes sorti(e)(s)
Ils/elles
sortent
sortaient
sont sorti(e)s

Slide 4 - Slide

Partir in de présent
De volgende dia is een link naar de oefening partir in présent.
Klaar? Klik op de button:

Maak een screenshot van je score en zet die in de volgende dia.

Slide 5 - Slide

Slide 6 - Link

Upload hier de foto van je score bij partir in présent.

Slide 7 - Open question

Partir in de passé composé
De volgende dia is een link naar de oefening partir in de passé compose.
Klaar? Klik op de button DONE 

Maak een screenshot van je score en zet die in de volgende dia.

Slide 8 - Slide

Slide 9 - Link

Upload hier een foto van je score bij partir in passé composé.

Slide 10 - Open question

Hetzelfde!
Het werkwoord sortir maak je op dezelfde manier als partir.

Slide 11 - Slide