Partir en
sortir zijn onregelmatige werkwoorden, maar ze lijken wel heel erg op elkaar.
In de passé composé gebruik je être als hulpwerkwoord. Dat betekent dat het voltooid deelwoord (parti & sorti) een extra e krijgt als het onderwerp vrouwelijk is en een extra s als het mannelijk is. Als je het niet weet, zet je de letter tussen haakjes.