Thema 2 - Organen en cellen

Thema 2
Organen en cellen
Organellen
1 / 29
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1

This lesson contains 29 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Thema 2
Organen en cellen
Organellen

Slide 1 - Slide

Basisstof 3
- Je weet dat een organisme bestaat uit cellen
- Je kunt weefsels van mensen en planten noemen met hun functie

Slide 2 - Slide

Cellen
  • Kleinste levende eenheden in het lichaam
  • Bouwstenen van elk organisme
  • Alleen zichtbaar onder microscoop

Slide 3 - Slide

Weefsel
  • Groep cellen met dezelfde vorm en functie
  • In veel weefsels tussencelstof

Slide 4 - Slide

Huidmondjes
  • In opperhuid van blad, vooral aan de onderkant
  • Opname koolstofdioxide en afgifte zuurstof
  • Verdamping water via huidmondjes

Slide 5 - Slide

Basisstof 4
- Je kunt de delen van dierlijke cellen benoemen met hun kenmerken en functies
- Je kunt de delen van plantaardige cellen benoemen met hun kenmerken en functies

Slide 6 - Slide

Slide 7 - Slide

Dierlijke cellen
  • Celmembraan: dun vliesje dat inhoud cel scheidt van omgeving
  • Cytoplasma: water met opgeloste stoffen, waarin organellen zweven
  • Celkern: organel, regelcentrum van cel, bevat DNA
  • Kernmembraan: vliesje dat kernplasma in celkern houdt

Slide 8 - Slide

Plantaardige cel
  • Vacuole: blaasje met vocht (water en opgeloste stoffen, kleurstoffen)
  • Plastiden: organel, bladgroenkorrels,  kleurstofkorrels en zetmeelkorrels
  • Celwand: stevig laagje om cel heen, is gemaakt van tussencelstof

Slide 9 - Slide

Plastiden
  • Bladgroenkorrels: hierdoor zijn planten groen, hier vindt fotosynthese plaats
  • Kleurstofkorrels: gele, oranje of rode kleur
  • Zetmeelkorrels: kleurloos, hier wordt zetmeel opgeslagen
  • Plastiden kunnen van een type in ander type veranderen

Slide 10 - Slide

Benoem de type cel (letters) en de organellen (getallen)

Slide 11 - Slide

Antwoorden:
A. Dierlijke cel
B. Plantaardige cel

1. Celmembraan 
2. Cytoplasma
3. Celkern / kernplasma
4. Kernmembraan
5. Bladgroenkorrel
6. Vacuole
7. Celwand

Slide 12 - Slide

Andere organellen (VG)
  • Sommige organellen niet zichtbaar onder lichtmicroscoop
  • Elektronenmicroscoop maakt mitochondriën en ribosomen zichtbaar
  • Mitochondriën: maken uit suikers energie voor cellen
  • Ribosomen: maken eiwitten in de cellen

Slide 13 - Slide

Slide 14 - Slide

Welk onderdeel ligt er in het midden van de cel?
A
Een klont chromosomen
B
De celkern
C
De mitochondriën

Slide 15 - Quiz

Slide 16 - Slide

De rode worstvormige organellen zorgen voor energie in de cel. Hoe heten ze?
A
Mitochondriën
B
Poriën
C
Vacuolen (gevuld met water)

Slide 17 - Quiz

Basisstof 5
- Je kunt de kenmerken van chromosomen noemen
- Je kunt de bouw en functie van DNA beschrijven


Slide 18 - Slide

Celkern
  • DNA in celkern, code bestaat uit vier letters (A, T, C, G)
  • Een DNA streng rolt zich op en vormt een chromosoom, 46 chromosomen in elke celkern van onze lichaamscellen
  • Stukken DNA coderen voor een erfelijke eigenschap, dit wordt een gen genoemd

Slide 19 - Slide

Waaruit bestaat een chromosoom?
A
Uit eiwitten
B
Uit een lange streng DNA
C
Uit een verzameling basen
D
Uit gekleurde deeltjes

Slide 20 - Quiz

Wat is de functie van DNA?
A
DNA onthoudt wat er in de cel gebeurd is
B
DNA bevat de codes voor werkzame eiwitten
C
DNA bevat de code voor al je eigenschappen
D
DNA geeft kleur aan de celkern

Slide 21 - Quiz

Welke basenparen zijn er mogelijk?
A
X en Y
B
A en T
C
C en G
D
Elk willekeurig paar

Slide 22 - Quiz

Basisstof 6
- Je kunt beschrijven hoe een cel zich deelt
- Je kunt de kenmerken van stamcellen noemen

Slide 23 - Slide

Celdeling
  • In 'moedercel' wordt DNA gekopieerd
  • DNA wordt verdeeld over twee helften, vormt twee celkernen
  • Cel deelt zich, er zijn nu twee 'dochtercellen'
  • Er vindt plasmagroei plaats
  • Één dochtercel gaat zich specialiseren, ander blijft stamcel

Slide 24 - Slide

Stamcel
  • Is nog niet gespecialiseerd
  • Kan zich delen en daarna specialiseren
  • Stamcel van embryo kan zich nog tot alles specialiseren, bij volwassenen alleen tot bepaalde type cellen
  • Stamceltherapie (VG)

Slide 25 - Slide

  • Organen, organenstelsels
  • Wortels, stengels, bladeren, vaten
  • Cellen, weefsels mensen en planten
  • Dierlijke en plantaardige cellen, celorganellen en functie
  • Lichaamscel, celkern, chromosomen, DNA, genen
  • Celdeling, moedercel en dochtercellen, stamcellen

Slide 26 - Slide

Slide 27 - Video

Slide 28 - Link

Slide 29 - Link