Je weet hoe je activerend taalgebruik moet gebruiken.
Slide 2 - Slide
Wat gaan we deze les doen?
Herhalen leerstof hfdst. 4.4
Opdrachten maken
Uitleg schrijftaak (cijfer)
Slide 3 - Slide
Activerende teksten
Doel: lezer tot actie aanzetten en informatie geven - > om de lezer over te halen.
activerende teksten:
* reclame (lezer overhalen, bijv. om iets te kopen) bijv. advertentie, affiche, folder.
* oproep (lezer uitnodigen iets te doen, bijv. geld doneren, lid worden) bijv. uitnodigingbrief, uitnodigingsmail.
Slide 4 - Slide
Beeld en opmaak (= lay-out)
Beeld en opmaak (lay-out) zijn een belangrijk middel om de aandacht te trekken.
Opmaak: = uiterlijke vorm van de tekst verdeling over pagina, keuze van lettertype en lettergrootte, gebruik van kleur
Beeld: = de afbeelding die met de tekst is gecombineerd Functies zijn --> aandacht trekken, illustratie geven bij de tekst, voorbeeld bij de tekst, toevoeging die niet bij de tekst staat.
Slide 5 - Slide
Slagzinnen (slogans)
aantrekkelijke belofte doen: Direct verzekeren, direct resultaat (Ohra)
belangrijke eigenschap noemen: Het zuiverende water (bronwater)
gebruik maken van rijm: Duyvis, als er een fuif is!
woordgrap maken
tegenstelling: Veel voor weinig (Hema)
humor gebruiken: Lijkt nergens op (VPRO)
Slide 6 - Slide
Activerend taalgebruik
Spreek de lezer direct aan (jij of u)
Gebruik zo weinig mogelijk de lijdende vorm (De muur wordt geschilderd)
Schijf in de tegenwoordige tijd
Gebruik positieve of overtuigende woorden zoals voordeel, winst, goed, ja, slim, makkelijk, nieuw
Stel een vraag: Verlang jij ook zo naar de zon?
Gebruik de gebiedende wijs: Koop nu! Bestel vandaag nog! Kom langs voor meer informatie!
Slide 7 - Slide
Aan de slag!
Maak opdracht 2, 4, 5, 6, 7, 8, 11 en 12
Ga hier NU mee aan de slag.
Dus niet straks, morgen, na de vakantie nog even snel voor de volgende les.... NU!
Klaar? Yeah! Maak een begin met je schrijftaak.
Slide 8 - Slide
Activerende posters
Slide 9 - Slide
Aan de slag!
De schrijftaak:
Je schrijft een een activerende tekst. Zie blz. 37 uit je werkboek.
Je maakt deze opdracht zelfstandig.
Je maakt een flyer of poster van één A4'tje.
Zorg dat de lezers van jouw flyer of poster de belangrijke informatie kunnen vinden.
Je kiest opdracht 1 of 2 of 3 of 4.
Slide 10 - Slide
Aan de slag!
Na de vakantie moeten jullie de schrijftaak inleveren.
Dit is voor een cijfer.
Het telt één keer mee.
Slide 11 - Slide
Beoordeling schrijftaak
Kijk op blz. 35 van je werkboek.
Daar staat de beoordelingslijst van de schrijftaak.
Waar wordt op gelet?
Lay-out
Inhoud
Taal
Slide 12 - Slide
Vragen?
Slide 13 - Slide
Aan de slag!
Huiswerk:
Maak opdracht 2, 4, 5, 6, 7, 8, 11 en 12
Na de vakantie moeten jullie de schrijftaak inleveren.