les 4.6 Formuleren H1 herhaling

1 / 27
next
Slide 1: Slide
NederlandsMBOStudiejaar 1

This lesson contains 27 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

planning laatste lesweken
  • vandaag herhalen hoofstuk 1 formuleren (Form 1)
  • maandag 14  juni toets Form 1 

Slide 2 - Slide

Wat gaan we doen?
                                 Hoofdstuk 1 Formuleren en stijl
  • paragraaf 1.1 verwijzen herhalen
  • paragraaf 1.2 signaalwoorden herhalen
  • paragraaf 1.3 opbouw van een tekst herhalen

Slide 3 - Slide

Slide 4 - Slide

Slide 5 - Slide

Slide 6 - Slide

Slide 7 - Slide

Hieronder me / mijn verslag over het bezoek dat / die we op 16 mei hebben gebracht aan voetbalvereniging.
A
me.. die
B
mijn... dat

Slide 8 - Quiz

hun/zij hebben twee personeelsleden een vragenlijst in laten vullen dat / die als bijlage bij deze / dit verslag zit.
A
hun/dat/deze
B
hun/dat/dit
C
zij/die/dit

Slide 9 - Quiz

Slide 10 - Slide

De directeur, met wie / waarmee we een gesprek hadden, deelde me / mijn mening.
A
met wie/mijn
B
waarmee/mijn

Slide 11 - Quiz

Joost heeft een mooi shirt gekocht. Hij heeft hem/het
besteld via internet.
A
hem
B
het

Slide 12 - Quiz

Joost heeft een mooie auto gekocht. Sylvia heeft hem via internet besteld . Hem verwijst naar....
A
Joost
B
een mooie auto

Slide 13 - Quiz

Welke verwijswoorden horen in deze zin? 
Sleep de verwijswoorden naar de goede plaats.
Het drumstel is van Davids vader, 

maar ________ gebruikt ________ niet meer.
deze
die
dit
dat

Slide 14 - Drag question

Welke verwijswoorden horen in deze zin? 
Sleep de verwijswoorden naar de goede plaats.
‘Wil je ________ naar de glasbak brengen?’, vraagt Ryan,

terwijl ________ de lege flessen aan Luuk geeft.
deze
die
dit
dat
hij
zij
het
ze

Slide 15 - Drag question

Slide 16 - Slide

Slide 17 - Slide

Slide 18 - Slide

Slide 19 - Slide

Slide 20 - Slide

Slide 21 - Slide

Slide 22 - Slide

'De ondernemers moeten dus steun krijgen van de overheid.'
Deze zin past het beste in...
A
de inleiding
B
het middenstuk
C
het slot

Slide 23 - Quiz

Sleep de verbanden naar de juiste signaalwoorden
timer
1:00
maar, daarentegen
Bijvoorbeeld, neem nou
Ten eerste, als laatste, ABC
Eerst, vervolgens, daarna
Doordat, waardoor
Tijdsvolgorde
Oorzaak- gevolg
Opsomming
Tegenstelling
Voorbeeld

Slide 24 - Drag question

Tekstverbanden en signaalwoorden
oorzaak-gevolg
middel-doel
reden
tegen-stelling
voorbeeld
doordat
want
Zo
daarmee
namelijk
echter
zodat
om te...
bijvoorbeeld

Slide 25 - Drag question

Koppel de signaalwoorden aan het goede tekstverband.
Voorbeeld
Opsomming
Oorzaak-gevolg
Tegenstelling
toch
bijvoorbeeld
en
doordat
verder
maar
zoals
dus

Slide 26 - Drag question

NU Nederlands digitaal:
  • Weekopgaven Nu Nederlands: opdrachten Form 1 afmaken
  • oefentoets maken van Form 1
  • maandag 14 juni: toets Nederlands Form 1
  •  Wat moet er af zijn voor P4:
  • alle opdrachten gram 5 + oefentoets
  • alle opdrachten form 1 +  oefentoets
  • dagopgaven 6 weken Beter Spellen
  • groepsopdracht filmpje gesprek "Ondergedoken als Anne Frank"

Slide 27 - Slide