Om te controleren of de pvtt op -dt moet eindigen.
Hij (worden) 18 --> Hij loopt 18 --> Hij wordt 18
Zij (binden) de touwen aan elkaar --> Zij loopt --> Zij bindt
U (voeden) de paarden altijd --> U smurft --> U voedt
Het hout (branden) goed --> het hout smurft --> het hout brandt