Leerwerkboek 8 blok 3

Blok 3, Nederland
1 / 20
next
Slide 1: Slide
Mens & MaatschappijMiddelbare schoolvmbo k, g, tLeerjaar 2

This lesson contains 20 slides, with text slides and 4 videos.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Blok 3, Nederland

Slide 1 - Slide

Slide 2 - Video

Onrust in de Republiek:
1780 tot 1784              in oorlog met Engeland.


Amerika was een kolonie van Engeland. Nederland verkocht wapens aan Amerika zodat zij de onafhankelijkheidsoorlog konden winnen. 

Slide 3 - Slide

Er werden bezittingen van de VOC en de WIC ingenomen. 


Ging dus slecht met de Republiek.

Slide 4 - Slide

Patriotten:

Armoede groeide. 

Burgers kwamen voor zichzelf op en streden voor democratie. Zij noemden zich patriotten

Slide 5 - Slide

Maken:
Opdracht 1 + 2 + 3 

Klaar? opdracht 4

Slide 6 - Slide

De Bataafse Republiek:
Franse leger viel andere landen in Europa binnen.


In 1795 Nederland. Willem V vluchtte het land uit.

Slide 7 - Slide

Nederland was een confederatie.
Nederland werd een eenheidsstaat.
Confederatie
Eenheidsstaat
Staat met verschillende deelstaten. 
Eén staat.
Sommige dingen door centrale overheid bepaald.
Sommige dingen door deelstaten.
Macht ligt bij de centrale overheid.

Slide 8 - Slide

Koning Konijn:
Lodewijk Napoleon                broer van Napoleon.

Wilde een goede koning zijn voor Nederland.

Slide 9 - Slide

Slide 10 - Video

Maken:
Opdracht 5 + 6 + 8 

Klaar? 7 


Slide 11 - Slide

Bestuurscentrum

Slide 12 - Slide

Slide 13 - Video

Bestuurscentrum
De hoofdstad van een land is het politieke en economische centrum van een land. De hoofdstad van Nederland is Amsterdam.

Echter zit in Nederland de overheid in Den Haag. In de Middeleeuwen was dit een belangrijk bestuurscentrum.


Slide 14 - Slide

Lodewijk Napoleon

Slide 15 - Slide

Slide 16 - Link

Taken van de overheid
De overheid zorgt voor het welzijn van de burgers en voor orde en veiligheid in het land.


Slide 17 - Slide

Slide 18 - Video

Trias politica
1. Wetgevende macht: Tweede kamer maakt wetten en de Eerste kamer controleert of deze wetten kloppen.

2. Uitvoerende macht: Ministers zorgen ervoor dat wat er in de wet staat wordt uitgevoerd.

3. Rechtsprekende macht: Rechters controleren of iedereen zich aan de wet houdt.

Slide 19 - Slide

Maken:
Opdracht 10 + 11 + 13 + 14

Klaar? 12 + 15 + 16 + 17 + 18 + 19 + 20 + 21 + 22


Slide 20 - Slide