Regelmatige werkwoorden

Regelmatige werkwoorden -er 
C
Regelmatige werkwoorden
1 / 36
next
Slide 1: Slide
FransMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

This lesson contains 36 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 15 min

Items in this lesson

Regelmatige werkwoorden -er 
C
Regelmatige werkwoorden

Slide 1 - Slide

Slide 2 - Slide

Regelmatige werkwoorden op -er
Regelmatige werkwoorden op -ir
Regelmatige werkwoorden op -re
Vendre
Finir
Aimer
Choisir
Attendre
Regarder

Slide 3 - Drag question

Zoek de juiste vertaling
donner
regarder
écouter
aimer
parler
praten
spreken
geven
kijken
luisteren
houden van

Slide 4 - Drag question

Sleep de Nederlandse vertaling naar het juiste Franse werkwoord.
commencer
chercher
manger
trouver
eten
vinden
beginnen
zoeken

Slide 5 - Drag question

chanter
parler
travailler
acheter
rester
quitter
kopen
verlaten
zingen
spreken
blijven
werken

Slide 6 - Drag question

finir
choisir
rougir
réussir
punir
obéir
eindigen
kiezen
rood worden, blozen
slagen
straffen
gehoorzamen

Slide 7 - Drag question

répondre
attendre
entendre
vendre
perdre
antwoorden
wachten
horen
verkopen
verliezen

Slide 8 - Drag question

blozen
beeindigen
slagen
kiezen
groeien
rougir
finir
choisir
grandir
réussir

Slide 9 - Drag question

wachten
verkopen
leren
afdalen
antwoorden
attendre
vendre
apprendre
descendre
répondre

Slide 10 - Drag question

réfléchir
finir
choisir
rougir
remplir
réussir
nadenken
eindigen
kiezen
blozen
invullen
slagen

Slide 11 - Drag question

verkopen
antwoorden
teruggeven
horen
wachten
répondre
vendre
rendre
entendre
attendre

Slide 12 - Drag question

Slide 13 - Slide

Hoe goed weet je nog hoe je de regelmatige werkwoorden moet vervoegen? (présent)
😒🙁😐🙂😃

Slide 14 - Poll

Slide 15 - Slide

PRÉSENT
Werkwoorden op -er
Werkwoorden op -ir
Werkwoorden op -re
Uitgangen:
-e, -es, -e, -ons, -ez, -ent
Uitgangen:
-s, -s, ..., -ons, -ez, -ent
Uitgangen: 
-is, -is, -it, -issons, -issez, -issent

Slide 16 - Drag question

Kies de juiste uitgang
Je 
Tu
Il
Nous
Vous
Ils
donne
donne
donnes
donnons
donnez
donnent

Slide 17 - Drag question

Attendre
timer
0:15
on
j'
nous
vous
attends
attendez
attend
attendons

Slide 18 - Drag question

j'
tu
il/elle/on
nous
vous
ils/elles
Combineer de juiste vorm van 'finir' met het onderwerp
finis
finis
finit
finissons
finissez
finissent

Slide 19 - Drag question

Regelmatige werkwoorden op -er, -ir, -re
Vervoegen in de présent

1. Haal -er, -ir of -re van het werkwoord af
Je houdt de stam van het werkwoord over

2. Plak de juiste uitgang erachter. 

Slide 20 - Slide

Regelmatige werkwoorden op -er
Je -e
Tu -es
Il / elle / on -e
Nous -ons
Vous -ez
Ils / elles -ent

Slide 21 - Slide

Vervoeg:
Vous (aimer)
A
Vous aimez
B
Vous aimons
C
Vous aimes
D
Vous aime

Slide 22 - Quiz

Vervoeg:

Je/J' (aimer)
A
Je aimes
B
Je aime
C
J'aimes
D
J'aime

Slide 23 - Quiz

Regelmatige werkwoorden op -ir
Je -is
Tu -is
Il / elle / on -it
Nous -issons
Vous -issez
Ils / elles -issent

Slide 24 - Slide

Vervoeg:

Nous (finir)
A
Nous finirons
B
Nous finisons
C
Nous finissons
D
Nous finons

Slide 25 - Quiz

Vervoeg:

Tu (choisir)
A
Tu choisit
B
Tu choisi
C
Tu chois
D
Tu choisis

Slide 26 - Quiz

Regelmatige werkwoorden op -re
Je -s
Tu -s
Il / elle / on -
Nous -ons
Vous -ez
Ils / elles -ent

Slide 27 - Slide

Vervoeg:

Ils (rendre)
A
Ils rendrent
B
Ils rend
C
Ils rendent
D
Ils rendont

Slide 28 - Quiz

Vervoeg:

Elle (vendre)
A
Elle vend
B
Elle vendre
C
Elle vends
D
Elle vendent

Slide 29 - Quiz

la fin

Slide 30 - Slide

Vervoeg in de présent. Geef alleen het juiste werkwoord (zonder onderwerp).

Je (parler)

Slide 31 - Open question

Vervoeg in de présent. Geef alleen het juiste werkwoord (zonder onderwerp).

Je (vendre)

Slide 32 - Open question

Vervoeg in de présent. Geef alleen het juiste werkwoord (zonder onderwerp).

Je (finir)

Slide 33 - Open question

Vervoeg in de présent. Geef alleen het juiste werkwoord (zonder onderwerp).

Nous (marcher)

Slide 34 - Open question

Vervoeg in de présent. Geef alleen het juiste werkwoord (zonder onderwerp).

Vous (attendre)

Slide 35 - Open question

Vervoeg in de présent. Geef alleen het juiste werkwoord (zonder onderwerp).

Elles (choisir

Slide 36 - Open question